We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Onze privacyverklaring:
Hieronder kunt u kiezen voor welke doeleinden u cookies op de website van De Clercq wilt toestaan.
Het gaat om een werknemer die al bijna 34 jaar in dienst was bij de werkgever. Bij een verblijd weerzien van de HR-adviseur, omhelsde de werknemer hem. In normale omstandigheden kan dat onderdeel uitmaken van een ‘knuffelcultuur’ op de werkvloer. Een dergelijke knuffelcultuur kan op zichzelf staand al de nodige rechtspraak opleveren. Los daarvan omhelsde de werknemer zijn collega in tijden van COVID-19. Daarbij komt dat de HR-adviseur snel naar achteren liep en de knuffel probeerde te ontwijken. De werkgever heeft de werknemer op staande voet ontslagen. Vervolgens heeft de werknemer de rechter gevraagd het ontslag te vernietigen.
De belangrijkste vraag is natuurlijk: levert het niet in acht nemen van de coronaregels een grond voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst op? Of misschien zelfs ontslag op staande voet?
De rechter begint met op te merken dat de werknemer ‘buitengewoon onhandig en onverstandig’ heeft gehandeld door zijn collega om de nek te vliegen in tijden van COVID-19. Zeker nu de HR-adviseur duidelijk maakte niet geknuffeld te willen worden, had de werknemer moeten begrijpen dat de knuffel ongepast was. Hij veronachtzaamde de coronaregels in ernstige mate, aldus de rechter. Helemaal omdat de werknemer nog een tweede poging ondernam om in de aura van de HR-adviseur te komen. Hij strekte namelijk zijn arm uit naar de HR-adviseur en ging weer dicht bij hem in de buurt staan. De rechter meent dat de werknemer zich provocerend en onverantwoordelijk heeft gedragen. De rechter is duidelijk:
“Het is de verantwoordelijkheid van ieder individu om zich strikt aan de (relatief makkelijke) basismaatregelen te houden om verspreiding van het zeer besmettelijke coronavirus, een (voor bepaalde mensen) potentieel levensbedreigend virus, waarvoor (nog) geen vaccin bestaat, zoveel mogelijk te voorkomen”.
Tóch vindt de rechter deze omstandigheden onvoldoende voor een ontslag op staande voet:
De rechter somt duidelijk op welke omstandigheden maken dat ontslag op staande voet een te zware maatregel is voor deze kwestie. De betreffende medewerker was niet de enige die de coronaregels overtrad, zijn collega’s maakten zich er ook schuldig aan. De lacherige sfeer zal daar ook aan hebben bijgedragen. Tegelijk vindt de rechter het van belang dat van kwade opzet van de werknemer om de coronaregels te overtreding niet is gebleken. Ook het lange dienstverband speelt in deze een rol, zoals in zoveel arbeidsrechtelijke jurisprudentie.
Uit deze recente uitspraak blijkt wel dat de werkgever klem zat. De werkgever wilde ingrijpen, maar heeft van de rechter het nodige tegengeworpen gekregen. Dit soort situaties blijft altijd maatwerk. Dat neemt niet weg dat de werkgever wil kunnen optreden als de gezondheid van anderen (potentieel) in gevaar komt door het overtreden van coronaregels. Wat de werkgever daarvoor kan doen:
Optreden in deze buitengewoon bijzondere tijden is steeds maatwerk. Laat u hierover adviseren, zodat u tot een zo goed mogelijke aanpak komt. Dat voorkomt vervelende conflictsituaties met mogelijke gerechtelijke procedures tot gevolg!