We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Onze privacyverklaring:
Hieronder kunt u kiezen voor welke doeleinden u cookies op de website van De Clercq wilt toestaan.
Uit het BAO en de aanbestedingsrechtelijke jurisprudentie volgt dat de gunningscriteria vooraf kenbaar moeten worden gemaakt aan de inschrijvers. Dit geldt ook voor de wijze waarop de inschrijvingen worden beoordeeld. In de aanbestedingsstukken moet dus zijn opgenomen dat de beoordeling zal plaatsvinden door een commissie. Vereist het transparantiebeginsel dan ook dat de samenstelling van die beoordelingscommissie vooraf bekend wordt gemaakt? Deze vraag is begin augustus beantwoord door de voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht. In de voorliggende zaak was voor de inschrijvers vooraf wel duidelijk dat hun inschrijvingen zouden worden beoordeeld door een technisch deskundige commissie, maar de exacte samenstelling van die commissie werd pas bekengemaakt nadat de inschrijvingen waren ingediend. De voorzieningenrechter oordeelde dat de enkele omstandigheid dat de samenstelling van de beoordelingscommissie pas achteraf bekend werd gemaakt, niet kan leiden tot de conclusie dat de aanbesteding onvoldoende transparant is.
Eerder oordeelde de rechtbank Amsterdam dat het vooraf onbekend zijn van de samenstelling van een beoordelingscommissie, wel relevant kan zijn bij de beantwoording van de vraag of een gunningscriterium (te) onduidelijk is geformuleerd.
Heeft u vragen over transparantie en de samenstelling van beoordelingscommissie van aanbestedingen, neemt u dan contact op met Per van der Kooi, en Menno de Wijs, advocaten bouwrecht en aanbestedingsrecht.