We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Onze privacyverklaring:
Hieronder kunt u kiezen voor welke doeleinden u cookies op de website van De Clercq wilt toestaan.
Tot voor kort was het vaste rechtspraak dat een aanbesteder tijdens een vrijwillige aanbesteding mocht besluiten de aanbestedingsprocedure te beëindigen en de opdracht alsnog onderhands te gunnen. Rechters waren niet snel bereid een gebod tot heraanbesteding op te leggen. De inschrijver die met succes klaagde bij een rechter over de aanbesteding, stond met lege handen als de aanbesteder besloot de opdracht alsnog onderhands te gunnen. Recentelijk heeft de Rechtbank ’s-Gravenhage deze lijn doorbroken. De Rechtbank komt in haar uitspraak van 30 maart jl. tot het oordeel dat het in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, als de aanbesteder na een gebrekkige procedure, waarbij een “flagrante schending” van het beginsel van gelijke behandeling en transparantie heeft plaatsgevonden, alsnog besluit de opdracht onderhands te gunnen.
De flagrante schending bestond in dit geval uit het niet vooraf bekendmaken van de wegingsfactoren, het bekendmaken van de prijzen van de zittende inschrijver en het in strijd met de aanbestedingsleidraad aanwijzen van een niet onafhankelijke expert die de inschrijvingen zou beoordelen. Het oordeel van de Rechtbank luidt dat, indien de aanbesteder de opdracht nog wenst te verstrekken, deze de opdracht opnieuw moet aanbesteden en de klagende inschrijver opnieuw dient uit te nodigen. De opdracht mag dus niet onderhands worden gegund.
In de literatuur werd dit standpunt al langer bepleit. Diverse auteurs waren van mening dat het in strijd is met de precontractuele goede trouw indien de inschrijver geen kans krijgt om mee te dingen als de opdracht alsnog wordt aanbesteed. De Rechtbank ’s-Gravenhage is nu dus om. Afgewacht moet worden of deze nieuwe lijn door andere rechtbanken en eventueel in beroep of cassatie zal worden gevolgd. Wij houden de ontwikkelingen in de gaten.
Heeft u vragen op het terrein van aanbestedingsrecht, neemt u dan contact op met Per van der Kooi, advocaat bouwrecht en aanbestedingsrecht en Menno de Wijs, juridisch medewerker.