Deze website gebruikt cookies

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.

Onze privacyverklaring:

Blogs / 

Blogreeks: nieuwe pensioenwetgeving / deel 7. De rol van de medezeggenschap

Arbeid, Medezeggenschap & Mediation

25 april 2024

Geschreven door

Eveline Bakker

Blog Image

Indien de pensioenregeling is afgesproken op het niveau van de individuele werkgever behoeft de werkgever instemming van de ondernemingsraad met de wijziging van de pensioenregeling (inclusief de compensatieregeling), of is de werkgever gehouden hierover advies te vragen aan de personeelsvertegenwoordiging of personeelsvergadering. Belangrijk is dat dit tijdig aan de ondernemingsraad wordt voorgelegd. Met tijdig wordt dan bedoeld dat de ondernemingsraad nog wezenlijke invloed kan uitoefenen op de inhoud van het voorgenomen besluit.
 

Het transitieplan wordt meegezonden met een verzoek om instemming van de ondernemingsraad met de wijziging van de pensioenregeling. Het transitieplan bevat immers de onderbouwing voor de gemaakte keuzes in de arbeidsvoorwaardelijke fase, waaronder de wijziging van de pensioenregeling en biedt inzicht in de gevolgen die de nieuwe pensioenregeling heeft voor de werknemers. Als de medezeggenschap is geregeld via een personeelsvertegenwoordiging of personeelsvergadering moet het transitieplan op verzoek worden toegezonden bij de adviesaanvraag conform de bestaande adviesbevoegdheden. Tevens ligt het voor de hand dat de werkgever het transitieplan aan de werknemer ter beschikking stelt bij het proces tot wijziging van de pensioenovereenkomst. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat het transitieplan zelf geen instemming (of advies) behoeft van de genoemde organen dan wel de werknemer. Het betreft een instrument c.q. informatiebron om de gemaakte afspraken (waar wel instemmingsrecht op bestaat) te verantwoorden.

Het instemmingsrecht van de ondernemingsraad ziet op twee aspecten:

  • De pensioenregeling (de pensioenovereenkomst): De regeling gaat over de inhoud: wat de hoogte van de premie, wat is de eigen bijdrage, hoe is de pensioenopbouw per jaar. Een wijziging is dan pas mogelijk na instemming van de ondernemingsraad.
  • De pensioenuitvoering (de pensioenuitvoeringsovereenkomst): De uitvoering gaat daarentegen over de vraag wie de regeling uitvoert. De ondernemingsraad heeft hier een instemmingsrecht op die onderdelen van de uitvoeringsovereenkomst die van invloed zijn op de pensioenovereenkomst. Deze invloed wordt aangenomen bij de wijziging van regelingen ten aanzien van de wijze waarop de verschuldigde premie wordt vastgesteld en de keuze voor onderbrenging bij een bepaalde pensioenuitvoerder, pensioeninstelling uit een andere lidstaat of een verzekeraar met een zetel buiten Nederland. De werkgever en de ondernemingsraad spreken samen af op welke onderdelen van de pensioenuitvoeringsovereenkomst het instemmingsrecht van toepassing is.

Daarnaast is bij de wijziging van de pensioenovereenkomst in beginsel instemming van de individuele werknemer vereist. Instemming van de werknemer voor wijziging van de pensioenovereenkomst is niet nodig als de werkgever bevoegd is de pensioenovereenkomst eenzijdig te wijzigen, bijvoorbeeld met een beroep op een eenzijdig wijzigingsbeding of met een beroep op het goed werkgever- en werknemerschap. Dit is reeds toegelicht in een eerdere blog.