We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Onze privacyverklaring:
Hieronder kunt u kiezen voor welke doeleinden u cookies op de website van De Clercq wilt toestaan.
Er is sprake van een tegenstrijdig belang als één of meerdere bestuursleden een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat mogelijk tegenstijdig is met dat van de rechtspersoon. In de huidige wet is voor vereniging geregeld dat in dergelijke situaties de algemene (leden)vergadering een persoon kan aanwijzen die de betreffende rechtshandeling zal verrichten en de vereniging zal vertegenwoordigen (of het besluit zal nemen). Voor stichtingen is nu niets vastgelegd en doorgaans betekent dit dat het bestuur de stichting gewoon vertegenwoordigt bij een tegenstrijdig belang. Dit is anders indien bijvoorbeeld een raad van toezicht of een raad van commissarissen onderdeel is van de stichting. In dat geval zal dit orgaan veelal iemand kunnen aanwijzen, dan wel zelf de stichting vertegenwoordigen.
Het hiervoor genoemde kan een behoorlijke impact hebben. In de rechtspraak zijn veel uitspraken bekend waar met name stichtingen zijn benadeeld, zo bleek achteraf, in een situatie waar een tegenstrijdig belang met het bestuur of één bestuurder bestond. Denk aan het sluiten van contracten tussen de stichting en een onderneming van een bestuurslid op zeer gunstige voorwaarden, of het toekennen van een aanzienlijke managementvergoeding.
Met invoering van de WBTR zal de regeling die ziet op tegenstrijdig belang veranderen. Een bestuurder zal dan niet meer mogen deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming ten aanzien van onderwerpen. Indien statuten reeds een regeling bevatten die ziet op tegenstrijdig belang, zou het kunnen zijn dat deze met inwerkingtreding van de nieuwe wet als ongeschreven worden beschouwd. Dit zou verwarring kunnen veroorzaken als het bestuur (of een derde) geconfronteerd wordt met zo’n situatie. Het verdient dan ook aanbeveling de statuten op dit punt aan te passen zodat deze in lijn zijn met de nieuwe wet.
Sacha Krekel, advocaat/partner Ondernemingsrecht
Deel 1: Tegenstrijdig belang in de nieuwe WBTR
Deel 2: Ontslag stichtingsbestuurder
Deel 3: Toezicht bij stichtingen en verenigingen
Deel 4: Belet en ontstentenis