Deze website gebruikt cookies

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.

Onze privacyverklaring:

Blogs / 

Een nieuwe wet voor pensioen, wat moet de OR ermee doen? Deel 3: Hoe verloopt een instemmingstraject?

Arbeid, Medezeggenschap & Mediation

18 juni 2024

Geschreven door

Barbara van Dam

Blog Image

In het vorige blog ‘De rol van de OR’ hebben wij toegelicht in welke gevallen de OR een instemmingsrecht heeft ten aanzien van de wijzing van de pensioenregeling. In dit blog schetsen wij het instemmingstraject en hoe moet worden gehandeld als het instemmingsrecht van de OR wordt geschonden.

De voorfase: De artikel 24-overlegvergadering

Kern van het instemmingsrecht van de OR is dat het advies van de OR van wezenlijke invloed op de besluitvorming moet kunnen zijn. Dat betekent dat de OR al in een vroeg stadium bij de besluitvorming moet worden betrokken. Om dat te borgen is in artikel 24 lid 1 WOR opgenomen dat de bestuurder de OR tijdens de halfjaarlijkse overlegvergadering  informeert over instemmingsplichtige besluiten die hij in voorbereiding heeft. Daarbij kunnen de bestuurder en de OR dan afspraken maken over wanneer en op welke wijze de OR in de besluitvorming wordt betrokken.

De ontvangst van het instemmingsverzoek

Het instemmingsverzoek moet schriftelijk worden verstrekt aan de OR en bevat de volgende onderdelen:

  • de beweegredenen voor het besluit;
  • de te verwachten personele gevolgen van het besluit.
     

Daarnaast moet de OR beschikken over alle voor hem in het kader van het instemmingsverzoek relevante informatie. Bij een instemmingsverzoek dat ziet op de wijziging van de pensioenregeling in het kader van de Wet Toekomst Pensioenen wordt ook het transitieplan gedeeld. Het transitieplan (zie ook onze blog “Het transitieplan: werkgevers opgelet!”) ziet op de volgende onderwerpen:

  • de gemaakte keuzes, overwegingen en berekeningen;
  • de wijze waarop wordt omgegaan met opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten;
  • de verantwoording waarom sprake is van een evenwichtige transitie.
     

Het transitieplan zelf is niet instemmingsplichtig.

De overlegvergadering

De OR en de bestuurder overleggen ten minste éénmaal in een overlegvergadering over het instemmingsverzoek. Hierbij kan de bestuurder het instemmingsverzoek toelichten en kan de OR om nadere informatie vragen.

De reactie van de OR

Na het overleg deelt de OR zo spoedig mogelijk schriftelijk en met redenen omkleed zijn beslissing aan de bestuurder mee. De OR kan hier voorwaarden aan verbinden.

Het definitieve besluit

Na de beslissing van de OR deelt de bestuurder zo spoedig mogelijk schriftelijk zijn definitieve besluit aan de OR mee en geeft aan met ingang van welke datum hij het besluit zal uitvoeren.

Het inroepen van de nietigheid

Een instemmingsplichtig besluit dat zonder de instemming van de OR of de toestemming van de kantonrechter is genomen is nietig als de OR schriftelijk een beroep op de nietigheid heeft gedaan. Indien de OR deze nietigheid niet inroept, kan hij geen juridische procedure meer starten indien het besluit toch wordt uitgevoerd. De OR moet ook de nietigheid inroepen als hij ten onrechte geen instemmingsverzoek heeft ontvangen.

Let op! De termijn voor het inroepen van de nietigheid is kort. De nietigheid moet worden ingeroepen binnen 1 maand na mededeling van het besluit of nadat gebleken is dat aan het besluit uitvoering wordt gegeven.

Vervangende toestemming van de kantonrechter

Als de OR geen instemming heeft verleend, kan de bestuurder zijn besluit intrekken of de kantonrechter verzoeken om vervangende instemming te verlenen. De kantonrechter geeft alleen toestemming als de beslissing van de OR om geen instemming te geven onredelijk is, of het voorgenomen besluit van de ondernemer gevergd wordt door zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen. Van onredelijkheid van de beslissing van de OR is sprake als de argumenten van de bestuurder voor het voorgenomen besluit zwaarder wegen dan de argumenten van de OR voor het onthouden van zijn instemming.

Verzoek tot staking van uitvoeringshandelingen

Als de bestuurder uitvoeringshandelingen verricht zonder dat de OR met het besluit heeft ingestemd of de kantonrechter vervangende toestemming heeft verleend, én de OR tijdig de nietigheid van het besluit heeft ingeroepen, kan de OR de kantonrechter verzoeken de ondernemer te verplichten de uitvoeringhandelingen te staken.

Heb je vragen over de onderwerpen van deze blogserie of andere medezeggenschapsrechtelijke thema’s, dan helpen wij jullie graag verder.