Blogs / 

Schade door gewicht zonnepanelen en andere duurzame dakbedekking: installateur aansprakelijk?

Vastgoed & Overheid

11 december 2025

Geschreven door

David Wenniger

Blog Image

Zonnepanelen en andere vormen van duurzame dakbedekking zorgen voor extra gewicht en druk op de constructie van een bouwwerk. Soms gaat het mis en ontstaat door dit extra gewicht schade aan het bouwwerk. Kan de eigenaar voor die schade dan de installateur van de zonnepanelen of de aanbrenger van dakbedekking aanspreken? In twee recente gevallen heeft de kantonrechter in Utrecht geoordeeld: nee dat kan niet. Hoe in volgende gevallen zal worden geoordeeld, is echter afhankelijk van de omstandigheden.

Uitspraak 1: scheuren in woning na plaatsing zonnepanelen

De eigenaar van een bedrijfspand met bovenwoning laat 43 zonnepanelen op het dak van het pand plaatsen. De installateur bespreekt de mogelijkheid om vooraf een constructieberekening te verrichten, maar de eigenaar ziet daarvan af vanwege de kosten. Verder staat in de algemene voorwaarden van de installateur dat de eigenaar, door het accepteren van de offerte, verklaart “dat het dak van het pand in goede staat is”. 

Een halfjaar na plaatsing van de zonnepanelen worden een breuk in de dakkoepel en scheuren in de woning zichtbaar. De eigenaar stelt de installateur aansprakelijk. Volgens de eigenaar zou de installateur zijn waarschuwingsplicht ten aanzien van de constructieve geschiktheid van het pand hebben geschonden. 

De kantonrechter oordeelt dat de installateur niet verplicht was constructieberekeningen uit te voeren, en zijn waarschuwingsplicht niet heeft geschonden. Volgens de kantonrechter was het de verantwoordelijkheid van de eigenaar dat het dak geschikt zou zijn voor de zonnepanelen, gelet op de algemene voorwaarden van de aannemer. Er geldt wel een waarschuwingsplicht voor de installateur (ex artikel 7:754 lid 1 BW), maar deze is volgens de kantonrechter niet geschonden omdat “het pand er destijds goed uitzag”. Er was voor de installateur dus geen reden om eraan te twijfelen dat pand geschikt was voor de extra belasting van de zonnepanelen. 

De kantonrechter oordeelt dat de installateur niet aansprakelijk is en wijst de vorderingen van de eigenaar af. 

Uitspraak 2: instorten overkapping na aanbrengen sedum dakbedekking

De eigenaar van een tuin met overkapping laat door een hovenier sedum dakbedekking (bedekking met beplanting) aanbrengen op deze bestaande overkapping. Minder dan een jaar later stort de overkapping in. 

Daarna laat de eigenaar een deskundige naar de ingestorte overkapping kijken. Deze deskundige stelt vast dat de overkapping gebrekkig was geconstrueerd. De overkapping bleek met slechts twee slagpluggen aan de gevel van de muur van het buurpand te zijn bevestigd. Ook waren de balken van de overkapping alleen met schroeven in het kopse hout van de dwarsbalken aan elkaar bevestigd, in plaats van met houtverbindingen of balkschoenen. En tenslotte was de afstand tussen de dwarsbalken groot. 

De eigenaar stelt de hovenier aansprakelijk, omdat de hovenier hem had moeten waarschuwen voor de ongeschiktheid van de overkapping en het instortingsgevaar.

De kantonrechter oordeelt dat de hovenier zijn waarschuwingsplicht ex artikel 7:754 lid 1 BW niet geschonden heeft. De meeste gebreken aan de overkapping zijn immers pas zichtbaar geworden ná de instorting. Wel was voor de hovenier zichtbaar dat de afstand tussen de dwarsbalken groot was. Niet is echter gebleken dat dit specifieke gebrek tot instorting van de overkapping had kunnen leiden. Ten tijde van het aanbrengen van de sedum dakbedekking had de hovenier dus niet kunnen weten dat de constructie van de overkapping ongeschikt was, aldus de kantonrechter.

De kantonrechter oordeelt dat de hovenier niet aansprakelijk is en wijst de vorderingen van de eigenaar af. 

Toelichting: waarschuwingsplicht aannemer

In beide uitspraken ging het erom of de installateur of hovenier zijn plicht had geschonden om de opdrachtgever te waarschuwen voor de ongeschiktheid van de bestaande constructie om de dakbedekking te dragen. Deze waarschuwingsplicht geldt dus niet alleen voor aannemers die een bouwwerk bouwen, maar voor alle aannemers in de zin van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het begrip “aannemer” moet ruim worden opgevat. Aannemers zijn alle partijen die voor een opdrachtgever “een werk van stoffelijke aard” totstandbrengen en opleveren (artikel 7:750 lid 1 BW). Ook bijvoorbeeld automonteurs en installateurs van keukens en van zonnepanelen zijn aannemers in de zin van het BW. De meeste overeenkomsten die zij sluiten zijn dus ook “aannemingsovereenkomsten” in de zin van het BW. En zij hebben dus ook deze waarschuwingsplicht. 

Met de invoering van de “Wet kwaliteitsborging voor het bouwen” is op 1 januari 2024 aan de waarschuwingsplicht nog toegevoegd dat deze waarschuwing “schriftelijk en ondubbelzinnig” plaatsvindt (artikel 7:754 lid 2 BW). Ook moet de aannemer tijdig de opdrachtgever informeren of de opdracht, gelet op de geconstateerde gebreken, nog wel deugdelijk kan worden uitgevoerd. In de genoemde uitspraken kwam dit niet aan de orde omdat de kantonrechter oordeelde dat de waarschuwingsplicht niet was geschonden.

Conclusie 

Uit de aangehaalde uitspraken blijkt het beeld dat de installateur/aanbrenger van dakbedekking alleen de opdrachtgever moet waarschuwen als gebreken aan het bouwwerk voor die installateur/aanbrenger waarneembaar zijn. Er is geen (vergaande) onderzoeksplicht voor de installateur naar de draagkracht van de constructie van het bouwwerk. 

De uitspraken zijn in lijn met de rechtspraak van de Hoge Raad, die eerder oordeelde dat onder andere de “mate van evidentie van het inadequate karakter van de eisen” van de opdrachtgever en “de deskundigheid (…) van een aannemer” van belang is (zie onder andere ECLI:NL:PHR:2022:736, rechtsoverweging 2.15). Kortom, was het gebrek voldoende duidelijk voor de aannemer, gelet op zijn deskundigheid? 

Het is dus in beginsel aan de eigenaar/opdrachtgever om na te gaan of de constructie van het bouwwerk geschikt is om zonnepanelen of andere duurzame dakbedekking te dragen. Of er ook een waarschuwingsplicht op de aannemer rust, zal afhangen van de omstandigheden van het specifieke geval. 

Bovenstaande uitspraken zijn echter geen garantie voor installateurs/aanbrengers van dakbedekking dat schade door een gebrek in de bestaande constructie nooit voor hun rekening komt. Het is aan installateurs aan te raden om mogelijke gebreken aan de constructie – hoe gering ook – direct schriftelijk te melden aan de opdrachtgever en indien nodig te adviseren om een constructieberekening te laten verrichten.

Vragen?

Wij behandelen regelmatig geschillen aangaande aannemingsovereenkomsten, waarbij ook de waarschuwingsplicht regelmatig aan de orde komt. Heeft u hierover vragen? Neem dan contact op met David Wenniger, Per van der Kooi of Jacco van Lint, advocaten vastgoedrecht

U leest de uitspraken hier: 

Nieuwsbrief

Wilt u elke maand een overzicht van updates en blogs in uw mailbox? Schrijf u dan in voor onze nieuwsbrief!