Deze website gebruikt cookies

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.

Onze privacyverklaring:

Blogs / 

Geen ‘Grossmann’ bij een vrijwillige aanbesteding

Vastgoed & Overheid

6 februari 2012

Geschreven door

Per van der Kooi

Menno de Wijs

Blog Image
Bij een Europese aanbesteding moet een inschrijver tijdig klagen over vermeende gebreken in de aanbestedingsprocedure. De inschrijver die daarmee wacht tot het moment dat het voornemen tot gunning is bekendgemaakt, zo volgt uit het zogenaamde ‘Grossmann-arrest’, verwerkt zijn recht om die gebreken nog in een gerechtelijke procedure aan de orde te stellen.

Zorgverzekeraar mag gunnen

Dat geldt niet indien sprake is van een nationale, vrijwillige aanbesteding. De Europese richtlijn, die in dat arrest werd getoetst, speelt in dergelijke gevallen geen rol. Aldus het Gerechtshof Arnhem in zijn uitspraak van 23 januari jl... Menzis, een zorgverzekeraar, is geen aanbestedende dienst in de zin van de wet. Zij mag, als zij dat wil, opdrachten uit de hand gunnen. Niettemin heeft zij een offerteaanvraag verzonden aan een aantal leveranciers van hulpmiddelen. In een dergelijk geval moet, aldus het hof, naar Nederlands recht worden beoordeeld of sprake is van rechtsverwerking. Dan is geen ruimte voor een uitleg overeenkomstig de  richtlijn maar moet worden bekeken of het instellen van een vordering naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

Inschrijver ontvankelijk, Menzis overgaan tot onderhandse gunning

In het onderhavige geding was dat niet het geval. De inschrijver had tijdig vragen gesteld, de beantwoording daarvan riep echter kennelijk nieuwe vragen op. Die mochten vanwege de naderende deadline voor het indienen van de inschrijving niet meer worden gesteld. Dat maakte dat het aanvechten van de gunningsbeslissing naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar was. De inschrijver was dus ontvankelijk in haar vordering. Dat heeft haar evenwel niet mogen baten. Het feit dat sprake was van een vrijwillige aanbesteding maakte dat Menzis niet, zoals werd gevorderd, tot heraanbesteding moest  overgaan maar gewoon tot onderhandse gunning kon overgaan. Het hof vond dat geen ‘wassen neus’. Andere rechters hebben daar in het verleden wel eens anders over gedacht. Wat ons betreft wordt het tijd dat alle neuzen dezelfde kant op gaan staan.

Vragen?

Heeft u vragen over vrijwillige aanbestedingen, neemt u dan contact op met Per van der Kooi,  en Menno de Wijs, advocaten bouwrecht en aanbestedingsrecht.