Deze website gebruikt cookies

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.

Onze privacyverklaring:

Blogs / 

Oproepkracht moet minimaal 3 uur loon ontvangen?

Arbeid, Medezeggenschap & Mediation

28 juli 2011

Geschreven door

Annemarie van Egmond

Blog Image
Op 19 juli 2011 heeft het Gerechtshof Leeuwarden in haar uitspraak in een door een taxichauffeusse aangespannen zaak benadrukt dat een oproepkracht met een contract voor minder dan vijftien uur per week met onvoorspelbare werktijden aanspraak heeft op minimaal drie uur loon per oproep. Gelet op het contract en de wisselende werktijden van de taxichauffeusse had zij dan ook recht op minimaal drie uur loon per oproep en is haar te weinig loon betaald.

Aanspraak op loon een zekerheid

Deze aanspraak op loon voor een oproepkracht is reeds met de invoering van de Wet flexibiliteit en zekerheid van 24 december 1998 in artikel 7:628a van het Burgerlijk Wetboek (BW) neergelegd. Echter, het is de eerste maal dat een gerechtshof zich hierover zo duidelijk uitspreekt. Bedoeling van de wetgever met de invoering van deze wettelijke bepaling is om de werknemer financiële compensatie te bieden voor situaties, waarbij er onzekerheid bestaat over zowel de arbeidsduur als ook de arbeidstijden. Voorbeelden, waarin aanspraak ingevolge 7:628a BW bestaat, zijn een contract waarbij iedere weekeinde acht uur arbeid met wisselende tijdstippen is overeengekomen of een contract voor maximaal tien uur met oproepmogelijkheden tussen 8 en 11 uur ’s ochtends en 5 en 8 uur ‘s avonds. Echter, indien sprake is van een contract voor minder dan vijftien uur met bij rooster op voorhand vastgestelde wisselende werktijden bestaat deze aanspraak op minimaal drie uur loon per oproep niet.

Tot 5 jaar terug

Indien ten onrechte geen toepassing is gegeven aan artikel 7:628a BW kan een werknemer voor een periode van vijf jaren met terugwerkende kracht het te weinig betaalde loon alsnog van zijn werkgever vorderen. (Bron: www.rechtspraak.nl, LJN:BR2346, zie ook de uitspraak van de kantonrechter Utrecht van 8 juni 2011, LJN: BQ7284, JAR 2011/181).

Vragen?

Heeft u vragen, neemt u dan contact op met ons team Arbeid, Medezeggenschap & Mediation.