Blogs / 

Evidente private belemmering?

Vastgoed & Overheid

11 april 2014

Geschreven door

Jacco van Lint

Blog Image
Naar vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is voor het oordeel van de bestuursrechter dat een privaatrechtelijke belemmering aan de verlening van een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12 van de Wabo aan de weg staan, slechts aanleiding indien deze een evident karakter heeft. De burgerlijk rechter is immers de eerst aangewezene om te oordelen of een private belemmering in de weg staat aan de uitvoering van activiteiten.

In de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 5 februari 2014 is de zaak aan de orde , waarbij  het college van burgemeester en wethouders van gemeente X een vergunning heeft verleend voor het oprichten van een kantoor en twee appartementen. Daarbij heeft het college een ontheffing verleend van de in de Bouwverordening neergelegde afstandseis tussen bouwwerken. Volgens het college kan een evidente privaatrechtelijke belemmering alleen een rol spelen indien sprake is van strijd met het bestemmingsplan. Om die reden heeft het college de gemaakte bezwaren wegens een evidente private belemmering ongegrond verklaard.

De rechtbank Oost-Brabant overweegt dat een evidente private belemmering geen rol kan spelen indien een bouwvergunning met toepassing van artikel 2.12 van de Wabo moet worden verleend. Mede gelet op het limitatief-imperatieve stelsel ex artikel 40 Woningwet (oud) dat aan de totstandkoming van artikel 2.12 van de Wabo ten grondslag ligt. Verweerder was bevoegd om een ontheffing van de Bouwverordening te verlenen, maar niet verplicht. Er ontstaat dan ook ruimte voor een afweging, waarbij een privaatrechtelijke belemmering in de weg aan vergunningverlening zou kunnen staan, indien de belemmering een evident karakter heeft.

De omstandigheden in deze casus tonen echter niet aan dat sprake is van een evidente privaatrechtelijke belemmering. De ramen aan de achtergevel van de nieuwbouw zijn immers niet gekeerd naar de woning van de buren.

(Bron: www.rechtspraak.nl, ECLI:NL:RBOBR:2014:481)

Vragen?

Heeft u vragen over deze casus, neemt u dan contact op met ons team Vastgoed.