Deze website gebruikt cookies

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.

Onze privacyverklaring:

Blogs / 

Hof: Vaststelling perceelgrens door uitleg notariële akte

Vastgoed & Overheid

19 oktober 2014

Geschreven door

Jacco van Lint

Blog Image
Hof Den Haag heeft onlangs geoordeeld dat de vaststelling van de perceelsgrens moet geschieden aan de hand van een objectieve uitleg van de partijbedoelingen. In de casus waarover het hof oordeelde, grenzen de percelen van A en B gedeeltelijk aan elkaar. Partijen strijden om de vraag waar precies de grens tussen beide percelen loopt.

Voor de beantwoording van de vraag waar de perceelsgrens loopt, kijkt het hof naar de vraag wat partij A en B in het verleden van de vorige eigenaren geleverd hebben gekregen. Het hof acht de partijbedoeling van belang. De partijbedoeling wordt echter enkel afgeleid uit de in de notariële leveringsakte opgenomen omschrijving van de over te dragen onroerende zaak. Dit betreft dus een objectieve uitleg van de partijbedoeling. Het hof geeft hierbij aan dat de partijen op hun eigen leveringsakte en op die van buren moeten kunnen afgaan. Het hof gaat vervolgens in de leveringsakte opzoek naar objectieve aanknopingspunten voor de bepaling van de perceelsgrens en bepaalt aan de hand daarvan de locatie van de perceelsgrens.

Partij A kan zich hiermee niet verenigen. A beroept zich tevens op verkrijgende verjaring. Als gevolg daarvan zou A eigenaar zijn geworden van een stuk grond dat voorheen bij B in eigendom was. Het hof oordeelt dat wil sprake zijn van verkrijgende verjaring, A een eigendomspretentie moet hebben gehad. Verder moet B ondubbelzinnig hebben begrepen dat A zichzelf als eigenaar beschouwde. Hiervan is volgens het hof geen sprake. Het hof verwijst in dit kader onder andere naar het feit dat op het betreffende stuk grond een heg staat en dat deze heg is onderhouden door B. Dit wijst erop dat de B zich verantwoordelijk voor en als rechthebbende op de heg beschouwde. Dit verdraagt zich niet met een eigendomspretentie van A.

Dit arrest bevestigt dat bij geschillen over onderwerpen die in een notariële akte staan opgenomen, de partijbedoelingen naar objectieve maatstaven worden vastgesteld. Het is dus zaak afspraken en de achterliggende de partijbedoelingen zo nauwkeurig mogelijk in de notariële akte vast te leggen. Dit om discussie over bijvoorbeeld de omvang van het geleverde of de uitleg van afspraken (bijvoorbeeld een kettingbeding) te voorkomen. Verder is wetenschap van het toetsingskader dat door rechters wordt gehanteerd van belang bij het beoordelen van de onderhandelingspositie en de proceskansen in dergelijke kwesties.

Vragen?

Heeft u vragen over de perceelgrens, neemt u dan contact op met ons team vastgoed