We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Onze privacyverklaring:
Hieronder kunt u kiezen voor welke doeleinden u cookies op de website van De Clercq wilt toestaan.
De Wet Implementatie Rechtsbeschermingsrichtlijn Aanbesteden (WIRA) beoogt onder meer de potentiële gegadigden in een aanbestedingsprocedure te beschermen. Artikel 6 van de WIRA bepaalt dat een aanbestedende dienst inschrijvers zo spoedig mogelijk op de hoogte moet brengen van het voornemen tot gunnen en de relevante redenen voor die beslissing. Vraag is dus of de naam van een referent een relevante reden is voor de gunningsbeslissing.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het achterhouden van de naam van de referent in de weg staat aan inzicht in de gemaakte afweging en aan het instellen van beroep. De verliezende inschrijvers kunnen immers niet controleren of de selectie-eisen juist zijn toegepast wanneer zij de naam van de referent niet kennen. Dit is in strijd met het transparantiebeginsel en staat in de weg aan de effectieve rechtsbescherming van de verliezende inschrijvers. De naam van de referent moet dus bekend worden gemaakt, aldus de Rotterdamse voorzieningenrechter.
Heeft u vragen op het terrein van het aanbestedingsrecht kunt u terecht bij Per van der Kooi en Menno de Wijs, advocaten bouwrecht en aanbestedingsrecht.