Blogs / 

Abnormaal lage prijs: strategische of manipulatieve inschrijving?

Ondernemingsrecht

22 september 2025

Geschreven door

Menno de Wijs

Blog Image

In een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland stond de vraag centraal of een abnormaal lage inschrijving aanvaardbaar was. De zaak illustreert het juridische en praktische kader dat aanbestedende diensten moeten hanteren bij vermoedens van abnormaal lage inschrijvingen.

Abnormaal lage inschrijving bij aanbesteding

UMC Utrecht had een opdracht aanbesteed waarbij de winnaar met een fors lagere prijs had ingeschreven dan de andere inschrijvers. De nummer twee stelde dat de inschrijving van de winnaar abnormaal laag, manipulatief, en onvolledig was. Bovendien zou UMC Utrecht ten onrechte na gunning nog aanvullende informatie hebben opgevraagd en het transparantiebeginsel hebben geschonden. De nummer twee vorderde uitsluiting van de winnende inschrijver en gunning aan haarzelf.

Aanvaardbare inschrijving?

De rechtbank benadrukt dat een aanbestedende dienst een zekere beoordelingsvrijheid heeft bij de beoordeling van inschrijvingen, maar dat deze vrijheid niet onbegrensd is. Als er sprake is van een vermoeden van een abnormaal lage inschrijving, rust op de aanbestedende dienst een onderzoeksplicht op grond van artikel 2.116 Aw 2012. Die verplichting geldt ook als het vermoeden voortkomt uit een klacht of opmerking van een andere inschrijver.

In dit geval had UMC Utrecht wel degelijk vragen gesteld aan de inschrijver met de lage prijs. Die heeft vervolgens een toelichting gegeven, onder andere over de gehanteerde marges, de ervaring met soortgelijke opdrachten en de inzet van efficiëntievoordelen. Volgens de rechtbank is daarmee voldoende inzicht verschaft in de kostprijsopbouw en zijn er geen concrete aanwijzingen dat de prijs onrealistisch of manipulatief was.

Ook was de inschrijving niet manipulatief. Dit argument was ingegeven door het feit dat de winnaar had ingeschreven met een hele lage kwaliteit. Volgens de rechter is dit geen manipulatie, maar simpelweg een gevolg van de gekozen gunningsystematiek. UMC Utrecht had in deze aanbesteding namelijk geen minimumprijs voorgeschreven en gekozen voor een beoordelingssystematiek waarmee voor het onderdeel prijs 80 punten konden worden verkregen en voor het onderdeel kwaliteit 20 punten. In een dergelijke beoordelingssystematiek ligt de mogelijkheid besloten om te winnen met een lage prijs, ondanks een hele lage kwaliteit.

Geen ontoelaatbare verduidelijking na gunning

De eiseres klaagde ook over het opvragen van aanvullende stukken ná gunning. De rechtbank maakt hier korte metten mee. Het ging niet om een wijziging van de inschrijving, maar om verduidelijkende informatie ter onderbouwing van reeds ingediende stukken. Dat is toelaatbaar, mits de mededinging hierdoor niet wordt vervalst – en daarvan was in dit geval geen sprake.

De rechtbank wijst ook het betoog van eiseres af dat het transparantiebeginsel is geschonden. UMC Utrecht had het selectie- en gunningskader duidelijk geformuleerd en is binnen dat kader gebleven. Ook de motivering van de gunningsbeslissing was voldoende inzichtelijk.

Deze uitspraak bevestigt dat een abnormaal lage inschrijving niet automatisch tot uitsluiting hoeft te leiden. De aanbestedende dienst moet alert zijn, maar beschikt over beoordelingsruimte. Zolang het onderzoek naar de inschrijving op zorgvuldige wijze plaatsvindt, en de motieven en onderbouwing controleerbaar zijn, zal de rechter zich doorgaans terughoudend opstellen.

Vragen?

Neem voor vragen contact op met mr. Menno de Wijs, advocaat.

Nieuwsbrief

Wilt u elke maand een overzicht van updates en blogs in uw mailbox? Schrijf u dan in voor onze nieuwsbrief!