Een ander gezichtspunt – dat de Hoge Raad noemt – ziet op het bestaan van ondernemerschap van de werkende buiten de werkrelatie met de werkverschaffer (ook wel extern ondernemerschap genoemd). Denk aan hoeveel opdrachtgevers de werkende heeft, of de werkende reclame maakt voor diens bedrijf en of deze in de KvK is ingeschreven.
Vandaag heeft advocaat-generaal (AG) De Bock – in haar advies aan de Hoge Raad – uitgelegd hoe met extern ondernemerschap moet worden omgegaan. De belangrijkste punten:
De Hoge Raad hoeft het advies (conclusie) van de AG niet te volgen, maar het weegt over het algemeen wel zwaar. Wanneer de Hoge Raad zelf uitspraak doet is nog onbekend. Wordt vervolgd dus!
De conclusie van de AG is hier te raadplegen.
Voor vragen over schijnzelfstandigheid kunt u contact opnemen met Jaouad Seghrouchni, advocaat Arbeid & Medezeggenschap.