Blogs / 

Einde aan het verpandingsverbod: meer ruimte voor financiering?

Ondernemingsrecht

4 juni 2025

Geschreven door

Sacha Krekel

Blog Image

Op 1 juli 2025 treedt de Wet opheffing verpandingsverboden in werking. Onder het huidige recht is het nog mogelijk om contractueel uit te sluiten dat een vordering mag worden overgedragen of verpand. Dit wordt met deze nieuwe wet verboden. De wet heeft als doel het eenvoudiger te maken voor ondernemingen om externe financiering aan te trekken door beperkingen op het gebruik van vorderingen als zekerheden weg te nemen.

Het huidige recht: een blokkade voor financiering

Een verpandingsverbod wordt in de praktijk regelmatig opgenomen in overeenkomsten. Een verpandingsverbod houdt, kort gezegd, in dat het de schuldeiser niet toegestaan is om zijn vordering over te dragen of te verpanden aan een derde partij, doorgaans een financier.

De financier zou in een situatie zonder verpandingsverbod eerder krediet beschikbaar stellen, omdat hij vorderingen als zekerheid kan krijgen of kan overnemen. Mocht de financier niet op tijd terugbetaald worden, dan kan hij zich verhalen op de verpande vorderingen. Het idee is dat wanneer er meer zekerheid is, er ook sneller financiering ter beschikking gesteld zal worden.

Het nieuwe recht: verbod op verpandingsverbod

Met de invoering van de Wet opheffing verpandingsverboden wordt een belangrijke wetswijziging doorgevoerd Het wordt in beginsel wettelijk verboden om een verpandingsverbod op te nemen in een overeenkomst. Bepalingen die de overdracht of verpanding van vorderingen uitsluiten of beperken zijn dan in veel gevallen niet meer rechtsgeldig tegenover derden. Dat betekent dat een financier aan wie vorderingen zijn verpand niet tegengeworpen kan krijgen dat dit contractueel verboden is.

Schuldeisers zullen dus hun vorderingen door de nieuwe wet in beginsel vrij kunnen overdragen of verpanden, zelfs wanneer in de overeenkomst ander is bepaald. De Nederlandse wetgever sluit hiermee aan op de wetgeving zoals deze geldt in de omliggende landen, zoals Duitsland en het Verenigd Koninkrijk waar een verpandingsverbod niet (meer) toegestaan is. Dit geldt overigens alleen voor overeenkomsten die na 1 juli 2025 zijn gesloten. Verpandingsverboden in overeenkomsten van voor deze ingangsdatum vallen niet onder deze wet en zijn dus gewoon geldig.

In sommige situaties zal een verpandingsverbod nog wel werking hebben. Zo zijn vorderingen uit hoofde van een betaal- of spaarrekening bij een bank uitgezonderd van het verbod op verpandingsverboden. Verpandingsverboden in de algemene bankvoorwaarden zijn dus gewoon geldig.

Praktische overwegingen

Het is de verwachting dat de nieuwe wet meer ruimte geeft voor het aantrekken van financiering. Vooral binnen het MKB-segment, maar ook bij andere bedrijven waar vorderingen soms de enige vorm van zekerheid is dat gesteld kan worden door een bedrijf. Aan de andere kant kunnen ondernemers zich voortaan ook niet meer op een verpandingsverbod beroepen. Ze kunnen dus opeens geconfronteerd worden met een andere schuldeiser dan waar zij een overeenkomst mee zijn aangegaan, omdat deze vordering is verkocht of verpand.

Vragen?

Heeft u meer vragen over de verpanding van vorderingen? Neem dan contact op met Sacha Krekel, partner Ondernemingsrecht. 

Nieuwsbrief

Wilt u elke maand een overzicht van updates en blogs in uw mailbox? Klik dan hier om u in te schrijven voor de nieuwsbrief!