Deze website gebruikt cookies

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.

Onze privacyverklaring:

Blogs / 

Fujitsu: KPN heeft abnormaal laag ingeschreven

IT, Privacy & Cybersecurity

25 september 2018

Geschreven door

Menno de Wijs

Blog Image
De voorzieningenrechter te Amsterdam heeft zich gebogen over de vraag of KPN abnormaal laag had ingeschreven in een aanbesteding. Schiphol had een aanbesteding in de markt gezet voor (onder andere) een IT-servicedesk en als winnende inschrijver was KPN uit de bus gekomen.

In deze aanbesteding was expliciet al voorwaarde opgenomen dat inschrijvers alleen prijzen mochten opgeven die realistisch en marktconform zijn. Ook de prijscomponenten moesten op realistische wijze gealloceerd worden. Fujitsu meende dat zij zo scherp als mogelijk had ingeschreven. Onder andere het feit dat KPN op bijna alle onderdelen een prijs had aangeboden die meer dan 20% lager lag, maakte de inschrijving niet realistisch, aldus Fujitsu. Fujitsu kende immers als geen ander de marges, zo luidde haar betoog. Schiphol geeft aan verificatievragen te hebben gesteld aan KPN en dat zij het aannemelijk achtte dat er een marge overblijft voor KPN.

Niet geheel onverwacht is het oordeel van de voorzieningenrechter dat Fujitsu niet slaagt in de op haar rustende bewijslast (klik). Beantwoording van de vraag of een inschrijving irreëel of niet marktconform is, moet terughoudend plaatsvinden. Het is aan de eisende partij om voldoende concreet te stellen en te onderbouwen dat de winnende inschrijver niet realistische prijzen heeft aangeboden. Het enige feit dat de prijzen van de concurrent 20% lager liggen, is onvoldoende om een inschrijving als niet realistisch of niet marktconform te bestempelen.

Interessant aan deze uitspraak is dat de rechter ook een aantal suggesties doet om aan deze bewijslast te kunnen voldoen:

I. onderbouw waarom de eigen inschrijving maatgevend zou zijn voor het prijsniveau;

II. leg uit hoe het eigen (gestelde bodem) uurtarief en de kostenstructuur tot stand zijn gekomen en hoe verhouden deze aspecten zich met de winnende inschrijving;

III. leg uit hoe de eigen kostenallocatie tot stand is gekomen en waarom een andere allocatie niet kostendekkend, irreëel en/of niet marktconform is?

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met Menno de wijs