Deze website gebruikt cookies

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.

Onze privacyverklaring:

Blogs / 

Gevolgen schending transparantiebeginsel?

Vastgoed & Overheid

31 januari 2017

Geschreven door

Menno de Wijs

Blog Image
Afgelopen maand is door de Commissie van Aanbestedingsexperts een uitspraak gedaan over het transparantiebeginsel en de consequenties bij schending daarvan (advies 394). Drie waterschappen hielden een Europese openbare aanbesteding voor inspecties van laagspanningsinstallaties (NEN3140 Inspecties). Na de aanbesteding ontstond discussie over het prijscriterium dat was opgenomen in de aanbestedingsstukken. Een aantal inschrijvers legde dit criterium zo uit dat zij een totaalprijs moesten aanbieden voor de maximale contractduur van 6 jaar. Echter, de te gunnen overeenkomst had slechts een looptijd van 2 jaar. Deze looptijd kon vervolgens verlengt worden met twee opties van 2 jaar, waarbij de tarieven geïndexeerd zouden worden. Vraag was of het criterium voldoende duidelijk was: moest een prijs worden aangeboden voor 2 of voor 6 jaar?

Het oordeel

Transparantiebeginsel

Ten eerste moest de Commissie beoordelen of de onduidelijkheid ontstaan was door de hantering van het gebruikte prijscriterium en of alle redelijk geïnformeerde en normaal zorgvuldige inschrijvers dit criterium op dezelfde wijze zouden uitleggen. Op basis van artikel 1.9 lid 1 Aanbestedingswet is een aanbestedende dienst gehouden om transparant te handelen. De Commissie oordeelde dat het prijscriterium niet dermate duidelijk was geformuleerd dat hiermee de aanbestedende dienst in strijd handelde met het transparantiebeginsel.

Verplichting tot intrekken aanbesteding?

Vervolgens gaf de Commissie een oordeel over de vervolgstappen die de aanbestedende dienst had genomen. De aanbestedende dienst had de inschrijvers de kans gegeven om hun inschrijving te herstellen, vanwege de gestelde onduidelijkheid van het prijscriterium. Het herstellen van de inschrijvingen is echter alleen een mogelijkheid als deze kennelijk materiële fouten bevatten. Daar was geen sprake van.

De enige juiste consequente van de gecreëerde onduidelijkheid voor de aanbestedende dienst was het intrekken van de aanbesteding. De klacht was dus gegrond en de aanbestedende dienst had de aanbesteding moeten intrekken. Uiteraard was er de mogelijkheid voor de aanbestedende dienst om na de intrekking van de aanbesteding en nieuwe aanbestedingsprocedure op te starten.

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met Menno de wijs & Per van der Kooi, Advocaat Vastgoed.