We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Onze privacyverklaring:
Hieronder kunt u kiezen voor welke doeleinden u cookies op de website van De Clercq wilt toestaan.
Een beschuldiging moet serieus worden genomen. Laat dat duidelijk zijn, daar willen we in deze blog niet aan tornen. Maar niet elke klacht leidt zonder meer tot ontslag. Eerst moet onderzocht worden wat er is gedaan of gezegd, en in welke context. Als een school het onderzoek niet juist uitvoert of te snelle stappen wil nemen, kan dit een averechts effect hebben. Voorbeelden hiervan zijn de uitspraken van de kantonrechter Rotterdam, die een ontbindingsverzoek afwees wegens gebrek aan bewijs, en van de kantonrechter Alkmaar, die aan de werknemer een billijke vergoeding toekende. Wat was er in die zaken aan de hand?
Een school verzocht de kantonrechter Rotterdam de arbeidsovereenkomst met een leerlingbegeleider te ontbinden na klachten van zes leerlingen over seksuele intimidatie. De school kon echter niet aantonen dat de klachten van de leerlingen, die vriendinnen/familie van elkaar bleken te zijn, op waarheid berustten. De leerlingen wilden desgevraagd niet als getuigen door de kantonrechter worden gehoord. De leerlingbegeleider maakte aannemelijk dat de leerlingen uit rancune jegens hem hadden gehandeld. Hij had daarvoor verklaringen van collega’s die steeds in hetzelfde lokaal als de leerlingbegeleider waren geweest. Omdat niet aannemelijk was dat de leerlingbegeleider misbruik had gemaakt van zijn machts- en afhankelijkheidspositie als leerlingbegeleider, werd de arbeidsovereenkomst niet ontbonden.
Ook een school in Alkmaar slaagde er niet in de arbeidsovereenkomst met een leraar die van seksuele intimidatie was beschuldigd, ontbonden te krijgen wegens (ernstig) verwijtbaar gedrag. De kantonrechter Alkmaar was het met de school eens dat bepaalde opmerkingen van de leraar geen humor waren, maar ongewenst seksueel getinte aandacht. De kantonrechter vond het verwijtbare gedrag echter niet zodanig dat om die reden de arbeidsovereenkomst moest worden ontbonden. De leraar had namelijk spijt betuigd en aangegeven dat hij zijn spreekstijl en houding zou aanpassen door zakelijker te zijn. Daarbij kwam dat de leraar overgeplaatst zou kunnen worden naar klassen met voornamelijk jongens en dat ook ander werk dan lesgeven beschikbaar was op de school. Omdat de arbeidsverhouding inmiddels was verstoord, ontbond de kantonrechter de arbeidsovereenkomst wel. De school had te snel aangestuurd op ontslag en niet opengestaan voor andere oplossingen, waardoor de school aan de leraar een billijke vergoeding moest betalen. Omdat het gedrag de leraar wordt aangerekend, kent de kantonrechter een vergoeding toe die 2/3e lager is dan hij zou hebben gedaan als de leraar niets te verwijten viel. De school moet de leraar € 15.024,90 bruto extra betalen naast de transitievergoeding.
Uit de aangehaalde uitspraken halen we de volgende aanwijzingen:
Nog een TIP: raadpleeg de van toepassing zijnde cao voor de formele regelgeving bij disciplinaire maatregelen en voorgenomen ontslag. De onderwijscao’s bepalen dat een werknemer zijn zienswijze mag geven voordat een maatregel wordt opgelegd. Daarnaast moet de werkgever de werknemer wijzen op de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de Commissie van beroep.
Heeft u nog vragen, Neemt u dan contact op met Henriëtte van Baalen, Partner, Advocaat & mediator, Arbeid, Medezeggenschap & Mediation.