We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Onze privacyverklaring:
Hieronder kunt u kiezen voor welke doeleinden u cookies op de website van De Clercq wilt toestaan.
In een vorig blog over online platforms, maakte ik de vergelijking tussen de rol van de traditionele marktmeester (die van de markt op het dorpsplein) en de rol van een online platform. Uit die vergelijking bleek dat een internetplatform vaak een machtiger speler is bij het samenbrengen van vraag en aanbod dan de traditionele marktmeester.
De platform-to-business-verordening moet in dit licht worden bezien. De verordening heeft kort gesteld als doel om bedrijven en zzp-ers die goederen of diensten aanbieden via een online platform aan consumenten, te beschermen tegen de sterke onderhandelingspositie die deze platforms vaak kunnen innemen. De verordening biedt deze bescherming op twee manieren, ten eerste door platforms te verplichten tot transparantie en ten tweede door platforms te verplichten mee te werken aan effectieve en betaalbare vormen van geschillenbeslechting.
De verordening is van toepassing op platforms (‘onlinetussenhandelsdienstverleners’) in hun relatie tot zakelijke gebruikers. Het maakt niet uit waar het platform is gevestigd. Wel moet aan de volgende twee voorwaarden zijn voldaan:
Dat laatste is wellicht wat cryptisch. Van belang is of de zakelijke gebruiker zich klaarblijkelijk richt op consumenten die zich in de EU bevinden, ongeacht of zij daar wonen of de nationaliteit van een EU-lidstaat hebben.
De verordening is dus van toepassing in de relatie tussen bijvoorbeeld een Bol.com, Uber Eats of Google Play enerzijds en een in de EU gevestigde fabrikant, restauranthouder of app-ontwikkelaar anderzijds die zijn product of dienst via zo’n platform aanbiedt aan consumenten in de Unie. De verordening is echter niet van toepassing wanneer een ondernemer goederen of diensten rechtstreeks aanbiedt aan consumenten (zonder gebruik te maken van een tussenpersoon) of wanneer gebruik wordt gemaakt van platforms voor B2B of C2C transacties.
De verordening legt een aantal verplichtingen op internetplatforms ten aanzien van de algemene voorwaarden die zij hanteren voor zakelijke gebruikers:
Bepalingen die niet voldoen aan de vereisten onder 1 of wijzigingen in strijd met de voorschriften onder 2 zijn hoe dan ook nietig. In een procedure kan een platform daar dus geen beroep op doen. Het is dus zaak begrijpelijke voorwaarden op te stellen, binnen de kaders van de verordening. Uiteraard kan een internetplatform bij overtreding van de verordening aansprakelijk worden gesteld, waarbij ik tevens opmerk dat de platform-to-business-verordening nadrukkelijk voorziet in de mogelijkheid van het instellen van groepsvorderingen.
De platform-to-business-verordening is van toepassing met ingang van 12 juli 2020. Platforms hebben dus tot die datum de tijd om ervoor te zorgen dat zij aan de verordening voldoen.
Heeft u vragen over de juridische aspecten van online platforms of e-commerce, neemt u dan contact op met Jeroen van Helden.
Dit blog maakt onderdeel uit van de blogserie: 'Online platforms':