Deze website gebruikt cookies

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.

Onze privacyverklaring:

Blogs / 

Strategisch procederen: geen verzuim toch schadeplichtig?

Ondernemingsrecht

5 maart 2021

Geschreven door

Menno de Wijs

Blog Image
Stel een contractspartij schiet tekort in de nakoming van haar verplichtingen. Als sprake is van een tekortkoming, dan kan de andere partij aanspraak maken op schadevergoeding.  Het vereiste van verzuim is vaak een drempel waarop vorderingen stranden. Hoe kan daar strategisch mee worden omgegaan?

Om te kunnen spreken over een tekortkoming moet sprake zijn van de volgende situatie (art. 6:74 BW):

  • er moet sprake zijn van een opeisbare vordering;
  • de ander presteert ondeugdelijk of presteert geheel niet;
  • de ander heeft geen opschortingsbevoegdheid voor het niet presteren van de ander;
  • de ander is in verzuim geraakt.

Het laatste vereiste, verzuim, kan ook van rechtswege intreden. Bijvoorbeeld als nakoming blijvend onmogelijk is of als uit het gedrag van een partij mag worden afgeleid dat niet zal worden nagekomen.  Toch treedt het verzuim lang niet altijd van rechtswege in. Regelmatig is het vereiste van verzuim om uiteenlopende aspecten problematisch. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat er geen of een gebrekkige ingebrekestelling is verzonden. De route van schadevergoeding wegens een tekortkoming (art 6:74 BW) is dan onmogelijk. Zijn er dan geen mogelijkheden meer?

Het is onder omstandigheden mogelijk daar omheen te zeilen. Zo kan een vordering als gevolg van een koopovereenkomst bijvoorbeeld ook worden gebaseerd op dwaling en nadeelsopheffing (artikel 6:228 en 6:230 BW). Dan is geen verzuim nodig. Vereist is dan dat:

  • De wederpartij de juiste stand van zaken kende, of behoorde deze te kennen.
  • De wederpartij weet dat de stand van zaken beslissend is om de overeenkomst aan te gaan. Daaronder valt op grond van jurisprudentie in ieder geval onder dat je altijd mag verwachten dat de zaak voor normaal gebruik geschikt is. Als dat niet zo is, dan had de wederpartij dat moeten meedelen.

Op deze wijze is het in veel situaties mogelijk dat om alsnog tot hetzelfde resultaat te komen, zijnde schadevergoeding.

Vragen?

Heeft u vragen over tekortkoming, neemt u dan contact op met Menno de Wijs.