Op 4 september 2025 heeft het Hof van Justitie van de EU een arrest gewezen in de zaak C-413/23 P (EDPS / GAR). Het arrest biedt helderheid over een fundamentele vraag binnen het gegevensbeschermingsrecht: wanneer kwalificeren gepseudonimiseerde gegevens als ‘persoonsgegevens’ onder de AVG?
In deze zaak draaide het om de afwikkeling van een Spaanse bank. In dat kader verzamelde de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR), de centrale afwikkelingsautoriteit binnen het bankwezen, reacties van aandeelhouders en schuldeisers via een online formulier. Alvorens deze reacties te verzenden naar Deloitte voor analyse, had de GAR ze gepseudonimiseerd door namen te vervangen met codes. Enkel de GAR beschikte over de sleutel om deze codes te herleiden tot de specifieke personen die de reacties hadden ingediend. Deloitte had deze sleutel niet.
Een aantal van de betrokkenen richtte zich tot de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, omdat zij door de GAR niet waren geïnformeerd over de doorgifte van hun persoonsgegevens aan Deloitte.
Het Hof brengt drie belangrijke punten naar voren:
Voor organisaties die persoonsgegevens verzamelen en delen met derden, vormt dit arrest een wake-up call om het privacybeleid eens grondig onder de loep te nemen:
Het arrest laat ruimte voor gegevensuitwisseling, maar trekt een duidelijke grens: de informatieplicht kan niet worden uitgehold door het treffen van pseudonomiseringsmaatregelen. Voor zakelijke partijen betekent dit dat een stevig en helder privacybeleid essentieel blijft, ook als er persoonsgegevens worden gepseudonimiseerd.
Neem voor vragen contact op met Hieke van Druten.
Wilt u elke maand een overzicht van updates en blogs in uw mailbox? Schrijf u dan in voor onze nieuwsbrief!