We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Onze privacyverklaring:
Hieronder kunt u kiezen voor welke doeleinden u cookies op de website van De Clercq wilt toestaan.
In het NS-arrest oordeelde de Hoge Raad dat (cao-)partijen geen lager vakantieloon mogen afspreken voor bovenwettelijke vakantiedagen. Dat betekent dat bijvoorbeeld onregelmatigheidstoeslagen onderdeel zijn van het loon over zowel wettelijke als bovenwettelijke vakantiedagen.
Misschien nog wel belangrijker is dat de Hoge Raad, eveneens in het NS-arrest, overwoog wanneer een vrijetijdsaanspraak geldt als vakantie. Belangrijk, want vaak wijken regelingen rondom adv-dagen en PLB- en LFB-uren af van de vakantiewetgeving. Bijvoorbeeld omdat deze dagen sneller vervallen, of niet worden uitbetaald bij einde van het dienstverband. Maar kwalificeren zij als vakantie, dan mag dat dus niet.
Volgens de Hoge Raad geldt een vrijetijdsaanspraak als vakantie als deze op het moment van toekenning “bedoeld is om de werknemer in verband met zijn werkbelasting gelegenheid te bieden voor rust en ontspanning”. Adv-regelingen die inmiddels vooral gelden als ‘extra vrij’, of PLB- en LFB-uren die vooral zo worden ingezet, kunnen dus kwalificeren als vakantie met alle gevolgen van dien!
Een paar jaar geleden wees het Hof van Justitie een belangrijk arrest over het verval van vakantiedagen. De wet bepaalde al dat wettelijke vakantiedagen vervallen zes maanden na afloop van het jaar waarin ze zijn opgebouwd. Bovendien moet de werknemer in staat zijn geweest vakantie op te nemen. Maar de rechtspraak stelt extra eisen, die niet in de wet zijn terug te vinden:
Leeft een werkgever deze (extra) verplichtingen niet na, dan kan hij zich niet beroepen op de vervaltermijn, en zelfs niet op de verjaringstermijn van vijf jaren.
Een advocatenkantoor ondervond hoe dit in de papieren kan lopen. Omdat dit kantoor jarenlang nooit aan de extra verplichtingen uit de rechtspraak had voldaan, moest het bijna EUR 63.000,- betalen voor 186,5 niet-genoten vakantiedagen van één werknemer. Daar kwam nog wettelijke rente en verhoging bij. Niet zomaar een verplichting dus, maar één met grote gevolgen!
Eind 2023 deed de Hoge Raad wederom uitspraak over een belangrijk onderwerp: vakantie tijdens ziekte. Hieruit blijkt het volgende:
Dit is een discutabel arrest, dat bovendien tot extra vragen leidt. Zo weten we niet hoe het zit als de vakantie al vaststaat, maar de werknemer vervolgens ziek wordt, nog steeds weg wil, maar weigert dat deze dagen worden afgeschreven. Mag een werkgever deze vakantie dan alsnog weigeren?
Hoe dan ook, we weten één ding zeker: een zieke werknemer moet toestemming geven voor afschrijving van het vakantiesaldo!
Vanzelfsprekend helpen de specialisten uit ons team Arbeid & Medezeggenschap u bij vragen graag op weg. Neem dus gerust contact met ons op.
Eén ding is duidelijk: voor HR is er ook in 2024 genoeg werk aan de winkel. En hopelijk daarna een verdiende vakantie!