Postcontractuele non-concurrentiebedingen zijn bedingen in een franchiseovereenkomst die het een franchisenemer verbieden om gedurende een bepaalde periode na de looptijd van de franchiseovereenkomst concurrerende activiteiten te ontplooien. Tot 1 januari 2021 stond het de franchisegever en de franchisenemer in principe volledig vrij om daar afspraken met elkaar over te maken. Dit kon in de praktijk leiden tot een non-concurrentiebeding dat een vertrekkende franchisenemer verbood om gedurende een periode van 5 jaar in de gehele wereld te concurreren met de formule.
Per 1 januari 2021 gelden er echter wettelijke regels voor postcontractuele non-concurrentiebedingen. Nieuwe franchiseovereenkomsten die per 1 januari 2021 worden gesloten kunnen een non-concurrentiebeding bevatten, maar alleen als aan de volgende voorwaarden is voldaan van artikel 7:920 van het Burgerlijk Wetboek (‘BW’):
Postcontractuele non-concurrentiebedingen die niet voldoen aan artikel 7:920 BW zijn op grond van artikel 7:922 BW nietig. Dat betekent dat het concurrentiebeding geacht wordt nooit afgesproken te zijn.
Voor non-concurrentiebedingen in per 1 januari 2021 al bestaande franchiseovereenkomsten geldt dat deze uiterlijk 1 januari 2023 aangepast moeten zijn. Tot die tijd hoeven deze bedingen nog niet te voldoen aan artikel 7:920 BW maar daarna wel (op straffe van nietigheid).
Kortom, franchisegevers dienen goed te onderzoeken of de postcontractuele non-concurrentiebedingen waarvan zij gebruik maken voldoen aan de Wet franchise.
Heeft u vragen over de Wet franchise, neemt u dan contact op met Menno de Wijs.