Op 19 mei heeft minister van SZW Van Hijum het wetsvoorstel ‘Meer zekerheid flexwerkers’ aangeboden aan de Tweede Kamer.
Het doel van het wetsvoorstel is het creëren van meer stabiliteit voor flexwerkers, met name op het gebied van loon en werkuren. De voorgestelde wijzigingen zien met name op de ketenregeling, het fasensysteem bij uitzending, gelijke beloning en het nulurencontract.
Momenteel geldt dat maximaal 3 tijdelijke contracten in een periode van maximaal 3 jaar mogen worden gesloten, met tussenpozen van maximaal 6 maanden. Deze periode van 6 maanden vormt een onderdeel van genoemd maximum van 3 jaar. Zodra het maximum van 3 contracten of 3 jaar is overschreden, ontstaat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Na 6 maanden mag opnieuw een tijdelijk contract worden gesloten. Deze tussenpoos van 6 maanden wordt in het wetsvoorstel verlengd naar 5 jaar.
Het zogeheten fasensysteem wordt ingekort: Fase A wordt verkort van 78 naar 52 weken. In deze fase mag een onbeperkt aantal uitzendovereenkomsten (met uitzendbeding) worden aangegaan.
Wat betreft Fase B geldt dat momenteel van de wettelijke ketenregeling in de CAO voor Uitzendkrachten is afgeweken. Daarbij geldt een maximum van 6 tijdelijke contracten in een periode van 4 jaar, met ook hier een maximale tussenpoos van 6 maanden. In het wetsvoorstel wijzigt dit voor een deel en zal de periode beperkt worden tot 2 jaar. Het maximum van 6 tijdelijke contracten blijft ongewijzigd. Ook hier zal de tussenpoos van 6 maanden – waarna opnieuw een Fase A of Fase B contract kan worden gesloten – worden verhoogd naar 5 jaar.
Het nulurencontract wordt afgeschaft. In plaats daarvan komt een bandbreedtecontract. Hierin worden het minimum- en het maximumaantal uren afgesproken (binnen een maximale tijdseenheid van een kwartaal). Tussen beide uren mag maximaal 30% verschil zitten. Voor het bandbreedtecontract gelden de huidige regels die ook gelden voor oproepcontracten (denk aan oproepingstermijn, aanbod vaste arbeidsomvang etc.). Met scholieren, studenten en werknemers onder de 18 jaar mag nog wel een nulurencontract worden gesloten.
Wat zijn de gevolgen als toch een nulurencontract wordt gesloten terwijl dit niet mag? In dat geval wordt als vaste uren (arbeidsomvang) uitgegaan van het gemiddeld aantal per week in de drie voorafgaande maanden (als de arbeidsovereenkomst meer dan drie maanden heeft geduurd). Te allen tijde geldt in ieder geval een minimum van 3 uur.
Op grond van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI) hebben uitzendkrachten momenteel recht op onder meer hetzelfde loon en ‘overige vergoedingen’ als werknemers van de inlener in gelijke of gelijkwaardige functies. Met dit wetsvoorstel maken uitzendkrachten voor wat betreft ‘andere arbeidsvoorwaarden’ voortaan aanspraak op tenminste ‘gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden’. Overigens geldt dat bij toepassing van de CAO voor Uitzendkrachten veelal de zogenoemde inlenersbeloning zal worden toegepast. Deze wordt in de nieuwe CAO per 1 januari 2026 vervangen door het vereiste van een ‘gelijkwaardige beloning’.
Voor veel organisaties zal dit wetsvoorstel ingrijpend zijn met name wat betreft omgang met flexibel inzetten van personeel, bezetting en arbeidsvoorwaarden. De beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2027, met een mogelijke eerdere invoering van delen van de wet, zoals de regels rondom gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten. Verstandig is om de datum van inwerkingtreding niet af te wachten en op de mogelijke wijzigingen te voorsorteren.
Voor vragen over flexwerk en de aankomende wijzigingen kunt u contact opnemen met Jaouad Seghrouchni, advocaat Arbeid & Medezeggenschap.
Wilt u elke maand een overzicht van updates en blogs in uw mailbox? Klik dan hier om u in te schrijven voor de nieuwsbrief!