Deze website gebruikt cookies

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.

Onze privacyverklaring:

Blogs / 

Werkgever verplicht volgende arbeidsovereenkomst aan te bieden?

Arbeid, Medezeggenschap & Mediation

17 oktober 2011

Geschreven door

Annemarie van Egmond

Blog Image
Werkgevers en werknemers kunnen met elkaar arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd sluiten. Dit kan in beginsel onbeperkt zolang er tussen de arbeidsovereenkomsten steeds minimaal drie maanden en één dag zit. Is dat niet het geval dan zal uiteindelijk op basis van de zogenoemde ketenregeling (artikel 7:668a BW) een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaan.

Ketenregeling ontdoken door werkgever?

Het hof Arnhem heeft zich op 28 juni 2011 over toepassing van de ketenregeling bij seizoensarbeid gebogen. De werknemer werkte sinds 1994 steeds op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van maart van enig jaar tot omstreeks 1 november van datzelfde jaar. Er ontstond geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd omdat er tussen de contracten steeds meer dan drie maanden zat. De werknemer werd op enig moment arbeidsongeschikt wegens ziekte waarop de werkgever besloot de werknemer geen arbeidsovereenkomst meer aan te bieden. De werknemer is het hier niet mee eens en stelt dat de werkgever de ketenregeling ontduikt en hem een arbeidsovereenkomst zou moeten worden aanbieden.

Oordeel

De kantonrechter en het hof in hoger beroep wijzen de vordering van de werknemer af. Van ontduiking van het stelsel van artikel 7:668a BW is niet reeds sprake indien partijen overeenkomen dat de werknemer eerst na een periode van drie maanden weer in dienst treedt. Er was hier sprake van seizoensarbeid, waarbij er in de winterperiode inderdaad geen werk voor de werknemer was. Daarnaast was de werknemer ziek geworden gedurende de laatste arbeidsovereenkomst en nog steeds ziek in maart, zodat van de werkgever niet kon worden verwacht de werknemer een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te bieden. Volgens het hof betrof dit geen constructie om de beschermende werking van de ketenregeling te ontduiken. Het hof laat overigens in het midden of de werknemer zich na afloop van de arbeidsovereenkomst nog kan beroepen op het goed werkgeverschap, noch gaat het hof in op de door de werknemer gestelde duurovereenkomst.

Vragen?

Heeft u vragen over de ketenregeling, neemt u dan contact op met ons team Arbeid, Medezeggenschap & Mediation.