Deze website gebruikt cookies

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.

Onze privacyverklaring:

Blogs / 

Tussentijdse beeindiging van een huurovereenkomst ten behoeve van een Italiaans restaurant

Vastgoed & Overheid

20 januari 2014

Geschreven door

Per van der Kooi

Blog Image
Op basis van de wet geeft iedere tekortkoming van een partij bij een overeenkomst, de andere partij de bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden. Het huurstelsel maakt het alleen voor de huurder mogelijk om buitengerechtelijk te ontbinden.De verhuurder kan dit alleen met tussenkomst van de rechter. De volgende casus maakt dit inzichtelijk.

Tussentijdse beëindiging van een huurovereenkomst wegens een gebrek aan een Italiaans restaurant.

Partijen hebben een huurovereenkomst gesloten. Het gehuurde wordt op basis van de huurovereenkomst gebruikt als Italiaans restaurant. Nadat een brand is uitgebroken in het restaurant, is een deel van het gehuurde ernstig beschadigd (verlaagd plafond, water- en elektriciteitsleidingen). De huurder heeft de huurovereenkomst vervolgens buitengerechtelijk ontbonden, wegens een gebrek aan het gehuurde. Hierna heeft huurder ook geen huur meer betaald.  Volgens de verhuurder is echter slechts sprake van ‘casco’ huur, waardoor de verbrande voorzieningen geen onderdeel uitmaken van het gehuurde. Er is dus geen sprake van een gebrek dat verhuurder had moeten herstellen, aldus verhuurder. Volgens de verhuurder kon huurder de huurovereenkomst dan ook niet ontbinden. In de procedure die de verhuurder start, is dus de kernvraag  of de buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst stand houdt.

Voorzieningen onderdeel van het gehuurde

Volgens de kantonrechter maken de voorzieningen – die door de brand onbruikbaar zijn geworden – onderdeel uit van het gehuurde. Partijen zijn het er over eens dat deze voorzieningen noodzakelijk zijn voor de exploitatie van het restaurant. Het gehuurde kon dus vanaf de brand niet meer worden gebruikt. Verhuurder was verplicht om het gebrek te verhelpen. Na het door de brand ontstane gebrek heeft huurder bovendien niet het genot van het gehuurde gehad. Deze tekortkoming rechtvaardigt ontbinding. De ontbinding van de huurovereenkomst door huurder treft dus doel en huurder is daardoor ook bevrijd van zijn huurbetalingsverplichting.

Vragen?

Bij vragen over schade aan het gehuurde en of dit een gebrek oplevert en reden is voor ontbinding  van de huurovereenkomst, kunt u contact opnemen met ons  team vastgoed.