Deze website gebruikt cookies

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.

Onze privacyverklaring:

Blogs / 

Nieuw ontslagrecht: uitstel flexmaatregelen tot 1 januari 2015

Arbeid, Medezeggenschap & Mediation

4 juni 2014

Geschreven door

Henriëtte van Baalen

Blog Image
De plenaire behandeling van het Wetsvoorstel Wet Werk en Zekerheid door de Eerste Kamer vond plaats op 3 juni 2014. De definitieve stemming over het wetsvoorstel vindt plaats op 10 juni aanstaande. Er waren veel vragen en zorgen over de effecten van het wetsvoorstel.

De belangrijkste toezegging van minister Asscher is dat de inwerkingtreding van de flexmaatregelen die op 1 juli aanstaande zouden intreden, wordt verschoven naar 1 januari 2015 (!). Ook is toegezegd dat de regering via internet en anderszins zal zorgen voor voorlichting over de verschillende maatregelen.

De minister gaat daarnaast scherp evalueren hoe de effecten van de wet uitwerken voor bepaalde groepen op de arbeidsmarkt. “De praktijk moet het leren.” De minister heeft ook aangegeven dat er in het komend jaar een bijeenkomst wordt belegd waarvoor kleine ondernemingen worden uitgenodigd om al hun problemen met deze wet naar voren kunnen brengen.

Onvolledig dossier

Uitgebreid besproken is het voorbeeld van een werkgever die een ontslagdossier niet op orde heeft en waarbij de arbeidsverhouding inmiddels vertroebeld is. In zo’n geval zou ontslag toch mogelijk moeten zijn vindt een aantal leden van de Eerste Kamer. Minister Asscher vindt van niet; een werknemer moet een reële kans krijgen en niet overgeleverd zijn aan de grillen van de werkgever. In dat kader zijn er ook vragen gerezen over de zogenoemde H-grond in artikel 7:669 BW, de ‘restgrond’. Deze grond is bedoeld voor situaties die niet vallen onder de overige redelijke gronden voor ontslag, bijvoorbeeld ontslag van een werknemer in detentie of ontslag van een illegale werknemer. De ‘restgrond’ moet volgens de minister niet worden aangewend voor het repareren van een onvoldoende onderbouwd dossier, waarvoor wegens gebrek aan onderbouwing geen redelijke grond voor ontslag bestaat. Dossieropbouw wordt dus steeds belangrijker en wij adviseren werkgevers hier op voor te sorteren.

In aansluiting hierop is door een aantal Eerste Kamerleden een motie ingediend. Deze kamerleden zijn van oordeel dat ook ná inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid, de rechter alle omstandigheden van het geval moet kunnen meewegen en dat deze omstandigheden zodanig kunnen zijn dat van de werkgever naar het oordeel van de rechter in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst voort te laten duren. In de motie wordt de regering verzocht de werking van het wetsvoorstel op dit punt nauwgezet te monitoren. Over deze motie wordt ook op 10 juni aanstaande gestemd.

Vragen?

Heeft u vragen over het nieuwe ontslagrecht, neemt u dan contact op met Henriëtte van Baalen.