We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Onze privacyverklaring:
Hieronder kunt u kiezen voor welke doeleinden u cookies op de website van De Clercq wilt toestaan.
De Staatssecretaris stelt voorop dat met de Wet DBA nu al deels het gewenste effect is bereikt, namelijk het tegengaan van schijnzelfstandigheid. Wel zijn – mede gelet op het eindrapport van de Commissie – de volgende knelpunten geconstateerd:
Opdrachtgevers krijgen met de modelovereenkomsten niet de gewenste duidelijkheid, waardoor ze terughoudend zijn met het inhuren van zzp’ers. Dit brengt een vicieuze cirkel teweeg, omdat de werkpraktijk daardoor niet kan worden ‘uitgekristalliseerd’. Dit is opmerkelijk, nu het juist de taak van de wetgever is om zoveel als mogelijk duidelijkheid te geven.Als ‘oplossing’ voor dit probleem wordt aangegeven dat er meer zekerheid moet komen over de aard van de arbeidsrelatie tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer. De Belastingdienst zou hierin een ‘coachende rol’ moeten gaan vervullen, door op voorhand aanwijzingen te geven bij controles en zekerheid te geven dat er achteraf geen naheffingen of boetes worden opgelegd. Volgens de Staatssecretaris kan op die manier de vicieuze cirkel worden doorbroken.
Opvallend hierbij is dat de Staatssecretaris wederom (en in dit geval overigens niet onterecht) een groot deel van de verantwoordelijkheid bij de opdrachtgevers en opdrachtnemers legt. Doordat de VAR gedurende 10 jaar een complete vrijwaring voor de opdrachtgever met zich meebracht, is onvoldoende aangesloten bij de arbeidsrechtelijke invulling van de begrippen opdrachtgever en opdrachtnemer. Met name de begrippen ‘vervangbaarheid’ en ‘gezagsverhouding’ sluiten op dit moment niet aan bij de praktische uitvoering van veel zzp-relaties.De Staatssecretaris heeft aangeven deze begrippen te willen gaan ‘herijken’, zodat deze beter aansluiten bij de praktijk. Wat hieronder wordt verstaan is nog onduidelijk.
Opdrachtgevers willen met name niet geconfronteerd worden met een vast dienstverband, met alle arbeidsrechtelijke bescherming van dien. Hierin wil de Staatssecretaris tegemoetkomen, maar een concrete oplossing wordt (nog) niet geboden en zal naar mijn mening ook een lastig zijn.
De Commissie heeft in haar eindrapport aanbevelingen gedaan voor het door-ontwikkelen van de Wet DBA. De Staatssecretaris heeft laten weten, dat een aantal aanbevelingen direct ter harte zullen worden genomen:
Medio april 2017 evalueert de Staatssecretaris of de voornoemde punten het gewenste effect hebben gehad. De resultaten daarvan worden in het Derde Voortgangsrapport opgetekend. Het is positief te constateren dat de Staatssecretaris serieus werk maakt van de onrust en ontevredenheid over de Wet DBA. Wel zet ik mijn vraagtekens bij diverse actiepunten, waaronder de ‘coachende rol’ van de toch al overbelaste Belastingdienst. De wet DBA heeft de Belastingdienst immers al een groot en ingewikkeld takenpakket gegeven.
Duidelijk is dat de wet DBA in ontwikkeling zal blijven. Zzp-land zal de komende tijd nog onrustig zijn.
Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met ons team Arbeidsrecht, Medezeggenschap & mediation.