Deze website gebruikt cookies

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.

Onze privacyverklaring:

Blogs / 

Blogreeks: nieuwe pensioenwetgeving / deel 1. Hoe betalen we met elkaar het nieuwe pensioen?

Arbeid, Medezeggenschap & Mediation

16 januari 2024

Geschreven door

Eveline Bakker

Blog Image

Om ervoor te zorgen dat het nieuwe pensioenstelsel beter betaalbaar wordt en beter aansluit bij de huidige markt, verandert het pensioenstelsel op een aantal onderdelen. Een van de maatregelen is dat het aantal werkenden dat deelneemt aan een pensioenregeling omhoog moet. Zoals aangekondigd in een eerdere blog, wordt de leeftijdsgrens om die reden verlaagd van 21 jaar naar 18 jaar. Deze maatregel geldt al per 1 januari 2024.

Pensioenopbouw

Voor het opbouwen van pensioen wordt premie betaald. Onder het oude pensioenstelsel kon dit bijvoorbeeld een vaste of variabele premie zijn of bijvoorbeeld een premie die stijgt naarmate de deelnemer ouder wordt (progressieve premie). Daarnaast was het ook mogelijk in het oude pensioenstelsel de doorsneesystematiek toe te passen. Daarbij wordt voor elke deelnemer dezelfde premie betaald (als percentage van de pensioengrondslag) en krijgt elke deelnemer hetzelfde pensioen voor iedere euro aan premie.

Pensioengrondslag: het deel van het salaris waarover pensioen wordt berekend. De pensioengrondslag is het pensioengevend salaris verminderd met de franchise.

Onder het nieuwe pensioenstelsel is het uitsluitend nog mogelijk een vlakke premie te betalen. Voor iedere deelnemer wordt een premie betaald die neerkomt op een vast percentage van de pensioengrondslag. Het hanteren van een vlakke premie zal leiden tot een degressieve pensioenopbouw. De premie is voor iedereen gelijk, maar de opbouw is dalend (degressief).

De afschaffing van de doorsneesystematiek en het toepassen van een vlakke premie leidt ertoe dat met name werknemers in de leeftijdscategorie 40-50 pensioenopbouw tekort komen; zij hebben de afgelopen jaren meebetaald aan de opbouw van het pensioen voor oudere collega’s. In de nieuwe situatie doen de jongere collega’s dat echter niet meer voor hen. Daarom is afgesproken dat deze deelnemers bij een overstap naar het nieuwe pensioenstelsel adequaat gecompenseerd moeten worden. Belangrijk daarbij is dat de transitie evenwichtig is.

Indien de organisatie in de pensioenregeling op dit moment een progressieve premie hanteert, krijgt de organisatie de mogelijkheid om voor huidige werknemers de progressieve premie te handhaven (eerbiedigende werking). Indien de organisatie besluit de eerbiedigende werking toe te passen, betekent dit dat de medewerkers nog niet worden geconfronteerd met een wijziging met grote impact. Aan de andere kant betekent dit ook dat de deelnemer twee verschillende regelingen krijgt ten aanzien van bestaande en nieuwe aanspraken.

De hoogte van de vlakke premie dient voor de nieuwe pensioenregeling te worden bepaald. Het percentage voor de maximale premie is vastgesteld op 30% van de pensioengrondslag. Dit is tijdelijk verhoogd tot 33%.