We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Onze privacyverklaring:
Hieronder kunt u kiezen voor welke doeleinden u cookies op de website van De Clercq wilt toestaan.
Lacoste meent dat HEMA met het op de markt brengen van voornoemde artikelen inbreuk maakt op haar merkrecht, te weten het bekende krokodil-beeldmerk van Lacoste. De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag is het daarmee niet eens[1].
Lacoste voert onder andere aan dat zij een marktonderzoek heeft laten verrichten door een externe partij. In dit marktonderzoek zijn op vier verschillende plaatsen in Nederland willekeurige voorbijgangers op straat ondervraagd. De respondenten kregen foto’s in A4 formaat te zien van de verschillende HEMA artikelen en kregen de vraag aan welk merk de kledingstukken hen deed denken en waarom. De percentages lopen uiteen maar globaal lijkt ongeveer de helft van de ondervraagden het Lacoste merk te herkennen in de door HEMA afgebeelde krokodil.
De voorzieningenrechter acht het noodzakelijk beide producten los van elkaar te beoordelen en splitst deze uit in “het grijze setje” en “het blauwe hemdje”.
Ten aanzien van het eerste product stelt de rechter dat de reptielen zodanig zijn aangebracht dat het oog niet wordt getrokken naar individuele reptielen maar naar de “zee aan dieren” als geheel. Tevens is het niet vreemd om ondergoed voor jonge kinderen te decoreren met afbeeldingen van dieren. De krokodillen moeten dus niet als merkgebruik worden gezien maar enkel als versiering.
Ten aanzien van het marktonderzoek merkt de rechter op dat dit niet is uitgevoerd onder het relevante publiek. De vragen zouden moeten worden gesteld aan (groot)ouders met kinderen in de relevante leeftijdscategorie, niet aan iedere willekeurige voorbijganger. Ook zijn de vragen naar het oordeel van de rechter te sturend waardoor veel mensen automatisch uitkomen op Lacoste in hun beantwoording.
De rechter oordeelt dan ook ten aanzien van het “het grijze setje” dat geen sprake is van merkinbreuk. Bovendien is het niet evident dat HEMA heeft willen profiteren van het Lacoste-merk.
Juist omdat het bij het blauwe hemdje om één wat groter afgebeelde krokodil gaat, is de rechter van mening dat een deel van het publiek een verband zal leggen met de bekende Lacoste merken. Maar een enkele herkenning is niet voldoende. Het criterium luidt dat sprake moet zijn van een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met het merk én dat gebruikt wordt voor dezelfde waren of diensten. Alleen dan kan gevaar voor verwarring bestaan.
De rechter meent dat hoewel de totaalindruk van beide krokodillen wel degelijk ongeveer gelijk is, het relevante publiek in redelijkheid niet kan menen dat het HEMA-hemdje afkomstig is van Lacoste. Er is dus geen sprake van verwarringsgevaar. Dit is helemaal het geval nu HEMA überhaupt geen producten van andere merken verkoopt. Ook van verwarring na de aankoop kan volgens de rechter geen sprake zijn, aangezien ondergoed voor derden veelal niet zichtbaar is. Ook deze vordering wordt dus door de rechter afgewezen.
Overigens is de HEMA afgelopen jaren vaker gestuit op IE-kwesties. Zo stond het bedrijf al eens tegenover Ilja Gort[2] inzake een wijnetiket en tegenover Levi Strauss[3] inzake stiksels van zakken op spijkerbroeken. Dit laat maar weer eens zien dat marketing- en productie-/designafdelingen er goed aan doen steeds samen op te trekken.
Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met ons team IT, Privacy & Cybersecurity.