We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Onze privacyverklaring:
Hieronder kunt u kiezen voor welke doeleinden u cookies op de website van De Clercq wilt toestaan.
De hoogte van de tegemoetkoming wordt gekoppeld aan de verwachte omzetdaling. Hoe hoger de omzetdaling, hoe hoger de tegemoetkoming, met een maximum van 90% van de loonkosten (bij een verwachte omzetdaling van 100%). De overheid heeft ter illustratie de volgende staffel openbaar gemaakt:
Er wordt gesproken over loonkosten, het lijkt er dan ook op dat het gaat om de daadwerkelijke loonkosten (en geen maximaal dagloon zoals bij de WW-uitkering geldt). De koppeling naar de WW is hiermee volledig losgelaten. Dat betekent dat de WW-rechten van uw werknemer ongewijzigd blijven en niet worden aangetast.
De omzetdaling wordt berekend door de omzet in geheel 2019 te delen door 4, en dit bedrag te vergelijken met de omzet gedurende een periode van drie maanden in 2020. De werkgever kan kiezen tussen drie mogelijke perioden in 2020:
Hiermee is rekening gehouden met de omstandigheid dat sommige werkgevers de omzet niet per direct zien dalen maar pas op iets langere termijn, bijvoorbeeld omdat contracten met hun afnemers een opzegtermijn kennen. De werkgever zal dus een inschatting moeten maken over welke periode van drie maanden hij de grootste omzetdaling verwacht, daarbij ook rekening houdend met een mogelijke verlenging van de maatregel met drie maanden.
Als de werkgever onderdeel is van een groep in de zin van het vennootschapsrecht, moet worden gekeken naar de omzetdaling binnen de groep. Alle rechtspersonen in de groep moeten dezelfde periode van drie maanden gebruiken voor de berekening van de omzetdaling, maar zij moeten wel ieder zelf de tegemoetkoming aanvragen.
Let op: ongeacht van welke periode wordt gekozen voor de berekening van de omzetdaling, zal de tegemoetkoming worden geboden over de maanden maart t/m mei 2020.
De tegemoetkoming wordt in eerste instantie verleend voor een periode van drie maanden, te rekenen vanaf 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020. De bedoeling is dat er een verlengingsmogelijkheid zal komen van nog eens drie maanden.
Kort gezegd worden de loonkosten berekend door het socialeverzekeringsloon te vermenigvuldigen met 1,3. Deze opslag van 30% dient ter compensatie van werkgeverslasten als opbouw van vakantiegeld, pensioen en werkgeverspremies. Per werknemer geldt een maximum van € 9.538 per maand. Als een werknemer meer dan dit bedrag verdient, zal voor het meerdere geen compensatie worden geboden.
Het loon in de maand januari 2020 wordt als basis genomen, waarbij wijzigingen in de loonaangifte die na 15 maart 2020 zijn doorgegeven niet worden meegenomen.
Eerder was aangekondigd dat een voorwaarde om beroep te doen op de NOW-regeling was dat de werkgever geen verzoeken zou doen voor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen. Uit de regeling blijkt dat de regering deze 'harde' voorwaarde iets heeft verzacht.
Als de werkgever een ontslagaanvraag indient bij het UWV in de periode van 18 maart t/m 31 mei 2020, dan krijgt de werkgever een 'boete'. In dat geval zal de subsidie worden verlaagd met een bedrag dat 50% hoger is dan de verlaging van de compensatie in het geval dat de werkgever van diezelfde werknemer(s) het loon niet zou zijn doorbetaald.
Als de werkgever ondanks de NOW-regeling overgaat tot een ontslagaanvraag om bedrijfseconomische redenen, zal de werkgever aannemelijk moeten maken dat en toelichten waarom de voorgenomen ontslagen niet kunnen worden voorkomen door een beroep op de NOW-regeling. Deze bepaling is ingevoerd omdat de NOW-regeling met name tot doel heeft om bedrijfseconomische ontslagen te voorkomen.
Ontslag om andere redenen dan bedrijfseconomische redenen en het sluiten van beëindigingsovereenkomsten blijft mogelijk en heeft op zichzelf geen invloed op het toekennen of de hoogte van de subsidie. Indirect heeft dit wel invloed, omdat de hoogte van de subsidie afhankelijk is van de loonsom.
De werkgever is verplicht de ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of werknemers te informeren over toekenning van de tegemoetkoming.
In de situatie dat u als ondernemer al werktijdverkorting had aangevraagd én de vergunning ook heeft verkregen, dan blijft deze van kracht. Een eventuele verlenging gaat vervolgens volgens de nieuwe regels. Als u wel al een aanvraag had ingediend, maar nog geen vergunning heeft gekregen, dan gaat de aanvraag mee met de nieuwe regels. Het UWV zal u in ieder geval om aanvullende gegevens vragen.
Voor veel werkgevers zal het een zogenaamde no-brainer zijn om van de NOW-regeling gebruik te maken. De vraag is dan vooral in welke maanden de omzetdaling naar verwachting het hoogste zal zijn. Voor andere werkgevers kan het een overweging zijn om geen gebruik van de NOW-regeling te maken maar te kiezen voor een reorganisatie. Ook tussenvormen of andere opties zijn mogelijk. Alle scenario's en opties moeten worden beschouwd en doorgerekend om de juiste keuze te maken.
Heeft u vragen over de NOW-regeling, neemt u dan contact op met Renate Vink-Dijkstra.