We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Onze privacyverklaring:
Hieronder kunt u kiezen voor welke doeleinden u cookies op de website van De Clercq wilt toestaan.
Het Europees Parlement heeft onlangs ingestemd met aanbevelingen aan de Europese Commissie voor een herziening van de Richtlijn Europese Ondernemingsraden. Terwijl de laatste jaren het aantal multinationale ondernemingen fors is gestegen, hebben nog steeds veel ondernemingen die onder de werking van de richtlijn vallen geen Europese Ondernemingsraad (EOR). Dat is een gemiste kans, gezien het complexe speelveld waarbinnen deze ondernemingen moeten opereren en de grote verschillen in de wijze waarop ondernemingen worden bestuurd en de governance is vormgegeven. Het doel van de herziening van de Richtlijn is nadrukkelijk om de positie van de EOR te versterken en het overleg tussen de EOR en lokale ondernemingsraden te verbeteren. Het hebben van een EOR is een signaal, dat de governance en compliance van de Europese onderneming op orde is. In dit blog bespreken wij waarom dat zo is en behandelen we de meest in het oog springende aspecten hierbij.
Het Europees Parlement houdt in zijn resolutie een warm pleidooi voor het belang van de EOR als medezeggenschapsorgaan voor werknemers van een multinationale werkgever. Een EOR weerspiegelt het belang dat aan de vertegenwoordiging van werknemers wordt toegekend. Zo is de EOR een belangrijk instrument voor het versterken van de democratie op de werkplek voor wat betreft transnationale aangelegenheden, het handhaven van de rechten van werknemers, het vergroten van de betrokkenheid van werknemers en het bevorderen van wederzijds vertrouwen tussen bestuur en werknemers. Daarnaast draagt de betrokkenheid van de EOR bij aan de ontwikkeling en bevordering van een gezonde cultuur en de cohesie in het bedrijf. Dit is ook waardevol met het oog op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt als gevolg van de verduurzaming en de digitale transitie. Daarnaast kan een goed functionerende EOR een aanzienlijke rol vervullen bij het waarborgen van een goed bestuur van de multinationale onderneming en geeft het blijk van een goede ESG (Environmental, Social en Governance) beleid van de onderneming.
Een eerste verzoek om aanpassing van de Richtlijn ziet hem dan ook op het meer onder de aandacht brengen van de meerwaarde van een EOR bij zowel werknemersvertegenwoordigers als leidinggevenden.
Het recht op (tijdige, zinvolle, volledige, actuele) informatie en overleg zijn belangrijke bevoegdheden van de EOR. Wil de EOR zijn werk goed kunnen doen, dan moeten deze bevoegdheden, zeker als het gaat om maatregelen met personele gevolgen, zoals herstructureringsprocessen, serieus worden genomen. Vaak wordt informatie echter niet of te laat verstrekt en wordt het advies van de medezeggenschap pas gevraagd of gegeven op een moment dat dit niet meer van wezenlijke invloed op de besluitvorming kan zijn. Dat leidt tot een onwenselijke uitholling van de rol van de medezeggenschap.
Wat wordt aanbevolen?
Vaak wordt onder het mom van de ‘vertrouwelijkheid’ voor de EOR-leden belangrijke informatie niet gedeeld. Onrechtmatig gebruik van de vertrouwelijkheidclausule vormt een belemmering voor effectieve informatie- en raaplegingsrechten.
Omdat de medezeggenschap zijn werk alleen goed kan doen als hij over alle voor hem relevante informatie beschikt, en misbruik van het vertrouwensbeginsel moet worden voorkomen, moet duidelijk worden vastgesteld in welke gevallen vertrouwelijkheid een gegronde reden vormt om de toegang tot informatie te beperken. Het is daarbij de bedoeling dat de vertrouwelijkheidsplicht tussen de EOR en de lokale OR wordt opgeheven.
Dit laat overigens onverlet dat het voor een nationale OR nog steeds lastig kan zijn om te dealen met in het kader van de EOR verstrekte vertrouwelijke informatie waarover zijn eigen nationale WOR-bestuurder (nog) niet beschikt.
Wij adviseren daarom altijd goede afspraken te maken tussen de lokale ondernemingsraden en de EOR. Goed om die afspraken in een eenvoudig convenant of reglement vast te leggen.
Op basis van de huidige richtlijn is niet voldoende duidelijk hoe moet worden omgegaan met discussies die ontstaan over het al dan niet starten van een informatie- of raadplegingsprocedure. Ook is geconstateerd dat de Richtlijn als zodanig niet goed wordt nageleefd.
Tot slot wordt gewezen op het belang van een inclusieve arbeidsmarkt, de arbeidsparticipatie van vrouwen en personen met een beperking en de rol die een EOR met een gelijkwaardige man-vrouw verhouding daarbij kan spelen.
Voordat de Richtlijn is aangepast en daadwerkelijk omgezet in nationale wetgeving is er nog een lange weg te gaan. Dat betekent echter niet dat niet al een aantal nuttige aanbevelingen kunnen worden opgepakt. Elke grotere in meer landen opererende Europese onderneming kan ook nu al nadenken over de rol van de EOR en met name hoe deze zich verhoudt tot de Nederlandse medezeggenschap. Dat is in het belang van de onderneming, het bestuur en de toezichthouders, maar ook in het belang van de medezeggenschap en dus de medewerkers.
De resolutie van het Europees Parlement is, wat ons betreft, een lezenswaardig stuk, met name omdat daarin een aantal essentiële, uitgangspunten voor goede medezeggenschap, ook op nationaal niveau wordt benoemd.
Twijfelt u of uw multinationale organisatie een EOR zou moeten oprichten of wilt u sparren over de relatie tussen de OR, EOR en de WOR bestuurder, dan helpen wij u vanuit onze praktijkervaring graag op weg.