Deze website gebruikt cookies

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.

Onze privacyverklaring:

Blogs / 

Wat als mijn werknemer van de aardbodem verdwijnt, moet ik dan transitievergoeding betalen?

Arbeid, Medezeggenschap & Mediation

7 maart 2017

Geschreven door

Henriëtte van Baalen

Renate Vink-Dijkstra

Blog Image
In de praktijk gebeuren soms merkwaardige zaken. Bijvoorbeeld het ‘verdwijnen’ van een werknemer. De kantonrechter Eindhoven kreeg hier onlangs mee te maken. In dit geval ging de werknemer op 25 december 2015 met vakantie. De werkgever had met hem afgesproken dat hij op 26 januari 2016 weer zou komen werken. De werknemer verscheen echter zonder enig bericht niet meer op zijn werk. Ook was hij niet meer bereikbaar voor zijn werkgever. De werknemer heeft eerst op 17 februari 2016 contact opgenomen met zijn werkgever met de simpele mededeling dat hij naar Ethiopië was afgereisd en dat hij niet meer terug zou keren naar Nederland.

Het is begrijpelijk dat de werkgever de werknemer niet in dienst wil houden, maar onder deze omstandigheden ook geen transitievergoeding aan de werknemer wil betalen. Welke mogelijkheden zijn er? Naar alle waarschijnlijkheid zal dit geen ontslag op staande voet op kunnen leveren. Belangrijke voorwaarden daarvoor zijn een dringende reden en een onverwijlde opzegging. Aan dit laatste vereiste werd in deze zaak in ieder geval niet voldaan. Een mogelijkheid die de werkgever wel heeft, is ontbinding op grond van verwijtbaar handelen door de werknemer. Dit gedrag moet de rechter dan wel als ernstig aanmerken om als werkgever geen transitievergoeding verschuldigd te zijn. Een andere mogelijkheid is, en tevens verzocht in deze zaak, ontbinding op grond van ernstige wanprestatie.

Volgens de kantonrechter is de werknemer in deze zaak ernstig tekort geschoten in zijn (kern)verplichting om arbeid te verrichten. De werknemer is immers na zijn verlof niet meer teruggekeerd, heeft geweigerd om zijn werkzaamheden te hervatten en heeft tot op de datum van ontbinding geen arbeid meer verricht. Omdat het verrichten van arbeid voor de werknemer een voortvloeiende verplichting uit de arbeidsovereenkomst is en hij deze tekortkoming wat betreft het verleden niet meer ongedaan kan maken, acht de kantonrechter de tekortkoming in de nakoming blijvend onmogelijk en ontbindt de arbeidsovereenkomst op grond van wanprestatie van de werknemer. Er wordt daardoor geen transitievergoeding toegekend, deze is immers niet verschuldigd bij wanprestatie.

Een mogelijkheid bij het verdwijnen van de werknemer – en andere situaties waarin (kern)verplichtingen door de werknemer worden geschonden – zonder dat de transitievergoeding verschuldigd is, blijkt dus ontbinding op grond van een ernstige wanprestatie te zijn. Ook onder het nieuwe recht.

Vragen?

Heeft u vragen over transitievergoeding, neemt u dan contact op met ons team Arbeid, Medezeggenschap & Mediation.