Deze website gebruikt cookies

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.

Onze privacyverklaring:

Blogs / 

Werkgeversauteursrecht: werknemer Rijksuniversiteit Groningen vangt bot

IT, Privacy & Cybersecurity

24 augustus 2018

Geschreven door

Natascha van Duuren

Blog Image
Eerder schreef ik een blog over het werkgeversauteursrecht. Het betreft een regeling die is neergelegd in artikel 7 van de Auteurswet. Op basis van dit artikel wordt de werkgever als auteursrechthebbende aangemerkt voor “werken” die in zijn dienst zijn gemaakt. Voor het ontstaan van werkgeversauteursrecht is alleen een dienstbetrekking echter nog niet voldoende. Wil het auteursrecht overgaan naar de werkgever dan moet het maken van een werk passen in de functieomschrijving van de werknemer. Hierbij is bijvoorbeeld ook van belang of het werk tot stand is gebracht gedurende werktijd of in eigen tijd. De specifieke omstandigheden kunnen meebrengen dat de werknemer toch als auteursrechthebbende wordt aangemerkt.

Lees het de vorige blog hier

Een medewerker van de Rijksuniversiteit Groningen deed een beroep op deze uitzondering in een zaak bij de rechtbank Overijssel. Hij had zich gedurende een aantal maanden, (deels) in eigen tijd, bezig gehouden met het reviseren van twee syllabi. In dit kader was echter ook van belang dat dit met toestemming en in overleg met de universiteit gebeurde. De universiteit had ook invloed op de eindredactie en dus over de vorm waarin het werk tot stand diende te komen. De syllabi zouden voorts op kosten van de universiteit worden gedrukt en verspreid onder de studenten. Over de rechten op het werk was verder niets gebleken en de (inmiddels oud-)werknemer ving dan ook bot voor zijn auteursrechtclaims. In de woorden van de rechtbank:

4.6. Deze feiten en omstandigheden leiden ertoe dat de werkzaamheden waren gericht op onderwijsdoeleinden van de RUG en niet hebben plaatsgevonden voor privédoeleinden. De RUG heeft gebruik gemaakt van de diensten van [eiser] en [eiser] heeft daarin toegestemd. Daarmee lagen de werkzaamheden aan de syllabi in het verlengde van de aanstelling en de opdracht die [eiser] als werknemer heeft gekregen en worden deze aangemerkt als verricht in het kader van en ten behoeve van zijn dienstbetrekking. De vervaardiging heeft daarmee gestrekt ter vervulling van de dienstbetrekking (vgl. HR 19 januari 1951, NJ 1952, 37).

4.7. Dat [eiser] de werkzaamheden in zijn eigen tijd en op zijn eigen personal computer heeft verricht doet daaraan niet af. Dit staat niet aan de toepasselijkheid van artikel 7 Aw in de weg nu hiervoor is overwogen dat de grondslag van de werkzaamheden kan worden gevonden in de dienstbetrekking en hebben gestrekt ter vervulling daarvan. De omstandigheid dat [eiser] na de bewerking van de syllabi in een arbeidsconflict met de RUG verzeild is geraakt heeft niet geleid niet tot een wijziging in de aard en kwalificatie van de werkzaamheden.

Voor de werknemer dus een dure les. Hij had duidelijke afspraken moeten maken ten aanzien van de auteursrechten voordat hij de werkzaamheden ging verrichten. Ook de universiteit had hier uiteraard verstandig aangedaan. Voor haar blijkt artikel 7 Auteurswet echter een voldoende vangnet, uiteraard tenzij de werknemer met succes hoger beroep in zou stellen.

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met ons team IT, Privacy & Cybersecurity.