Deze website gebruikt cookies

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.

Onze privacyverklaring:

Blogs / 

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) – Waarschuwingsplicht (deel 3)

Notariaat

9 april 2020

Geschreven door

Jacco van Lint

Blog Image
Op 14 mei 2019, na jaren van voorbereiding, was dan eindelijk de kogel door kerk: de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) werd door de Eerste Kamer aangenomen. Op 1 januari 2021 zal de nieuwe wet, naar alle waarschijnlijkheid, in werking treden. De Wkb zal een grote impact hebben op de bouwpraktijk, met name voor aannemers. Om aannemers zo goed mogelijk voor te bereiden op de nieuwe praktijk, zullen wij gedurende dit jaar in een blogserie de implicaties van de Wkb behandelen. In onze vorige blog schreven wij over de doelstellingen van de nieuwe wetgeving. In deze blog zal de waarschuwingsplicht van de aannemer worden behandeld.

Het huidige stelsel

Onder het huidige wettelijke stelsel is de aannemer bij het aangaan of het uitvoeren van de overeenkomst verplicht de opdrachtgever te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht voor zover hij deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen. Dit wordt de waarschuwingsplicht genoemd. Constateer je als aannemer bijvoorbeeld fouten in het ontwerp of bestek, dan ben je verplicht dit te melden bij de opdrachtgever. Wanneer je als aannemer nalaat de opdrachtgever te waarschuwen voor een onjuistheid waarvan je het bestaan wist (of redelijkerwijs behoorde te kennen), dan kun je onder omstandigheden aansprakelijk zijn jegens de opdrachtgever.

Schriftelijke waarschuwing

Met de invoering van de Wkb wordt de waarschuwingsplicht van de aannemer uitgebreid en aangescherpt. Deze uitbreiding van de waarschuwingsplicht wordt vastgelegd in het nieuwe artikel 7:754 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, dat grofweg drie vereisten formuleert waaraan een waarschuwing moet voldoen. De waarschuwing moet in ieder geval:

  1. Schriftelijk en ondubbelzinnig geschieden;
  2. Tijdig worden gegeven;
  3. Wijzen op de mogelijke gevolgen van de onjuistheid voor de deugdelijke nakoming van de overeenkomst.

Waar de waarschuwingen van de aannemer momenteel dus ‘bij voorkeur’ schriftelijk geschieden, is dat in het nieuwe stelsel verplicht. Naast het feit dat de waarschuwing op schrift moet worden gesteld, dient deze ook gericht (ondubbelzinnig) en tijdig te worden gegeven. Tot slot dient de waarschuwing ook te wijzen op de mogelijke gevolgen van de fouten of gebreken, wanneer de overeenkomst toch op dezelfde wijze zal worden uitgevoerd. Voor aannemers is het dus belangrijk om in het kader van de waarschuwingsplicht volledig te zijn over alle relevante aspecten van een mogelijke onjuistheid in het ontwerp of bestek.

Met de invoering van de Wkb wordt de waarschuwingsplicht van de aannemer uitgebreid en aangescherpt. Deze uitbreiding van de waarschuwingsplicht wordt vastgelegd in het nieuwe artikel 7:754 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, dat grofweg drie vereisten formuleert waaraan een waarschuwing moet voldoen. De waarschuwing moet in ieder geval:

  1. Schriftelijk en ondubbelzinnig geschieden;
  2. Tijdig worden gegeven;
  3. Wijzen op de mogelijke gevolgen van de onjuistheid voor de deugdelijke nakoming van de overeenkomst.

Waar de waarschuwingen van de aannemer momenteel dus ‘bij voorkeur’ schriftelijk geschieden, is dat in het nieuwe stelsel verplicht. Naast het feit dat de waarschuwing op schrift moet worden gesteld, dient deze ook gericht (ondubbelzinnig) en tijdig te worden gegeven. Tot slot dient de waarschuwing ook te wijzen op de mogelijke gevolgen van de fouten of gebreken, wanneer de overeenkomst toch op dezelfde wijze zal worden uitgevoerd. Voor aannemers is het dus belangrijk om in het kader van de waarschuwingsplicht volledig te zijn over alle relevante aspecten van een mogelijke onjuistheid in het ontwerp of bestek.

Afwijken bij overeenkomst

Aan de nieuwe regels omtrent de waarschuwingsplicht valt verder op dat van bovenstaande voorwaarden niet kan worden afgeweken wanneer je als aannemer te maken hebt met een consument-opdrachtgever, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Tegelijkertijd betekent dit dat je als aannemer afwijkende afspraken mag maken met een professionele opdrachtgever. De afwijkende afspraken zullen dan wel uitdrukkelijk in de overeenkomst moeten worden opgenomen.

Toenemende bureaucratische last aannemer

Met de aangescherpte waarschuwingsplicht komt een grotere verantwoordelijkheid op de aannemer te rusten. Naast het feit dat met de komst van de Wkb inhoudelijke eisen worden gesteld aan een waarschuwing van de aannemer, wordt met de schriftelijkheidseis ook de vorm van de waarschuwing voorgeschreven. Aannemers worden dus geconfronteerd met ‘extra huiswerk’. Het voordeel is wel dat je als aannemer goed gedocumenteerd kunt aantonen dat je aan je waarschuwingsplicht hebt voldaan, zodat duidelijk is dat de waarschuwingen op een juiste wijze zijn overgebracht bij de opdrachtgever. De schriftelijke, ondubbelzinnig geformuleerde waarschuwing heeft in dat opzicht ook voor de aannemer een absolute meerwaarde.

Vragen?

Heeft u vragen over de Wkb, neemt u dan contact op met één van onze specialisten van het team Notariaat.

Ook verschenen in deze blogserie:

Deel 4: Gebreken