We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Onze privacyverklaring:
Hieronder kunt u kiezen voor welke doeleinden u cookies op de website van De Clercq wilt toestaan.
Onder huidig recht zijn collectief gefinancierde zorgaanbieders verplicht een cliëntenraad in te stellen. Daarmee is de instellingsverplichting als het ware verbonden aan de wijze van bekostiging van de zorginstelling. Dit wordt door de WMCZ losgelaten. De WMCZ is van toepassing op alle instellingen, ongeacht de wijze van bekostiging. In plaats daarvan wordt aansluiting gezocht bij de definitie van ‘instelling’ in de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg. De WMCZ is van toepassing op:
Daarnaast is de WMCZ van toepassing op instellingen die eenvoudige vervoersmiddelen aanbieden dan wel geneesmiddelen, hulpmiddelen of dieetmiddelen leveren. De verwachting is echter dat voor dergelijke instellingen uitzonderingen zullen worden gemaakt. Dit is mogelijk via een zogenaamde “Algemene maatregel van bestuur”. Het is zelfs mogelijk dit soort instellingen volledig van de WMCZ uit te sluiten. Dit ligt ook in de lijn der verwachting, omdat de relatie tussen cliënt en instelling hier een wezenlijk andere is dan die bij verpleeghuizen of wijkverpleging.
Ook instellingen waarbij jeugdhulp wordt aangeboden en gecertificeerde instellingen die kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering uitvoeren die vergelijkbare hulp of zorg verlenen aan volwassenen zullen voortaan onder hetzelfde medezeggenschapsregime van de WMCZ vallen.
Als een zorginstelling onder de reikwijdte van de WMCZ valt en daar in de regel langer dan een half jaar cliënten (kunnen) verblijven, is de instelling verplicht een vorm van inspraak in te voeren ten aanzien van besluiten die direct van invloed zijn op het dagelijks leven van de cliënt. Dit is de basis van medezeggenschap binnen de zorginstelling. Naast deze inspraakmogelijkheid kan de zorginstelling ook verplicht zijn een cliëntenraad in te stellen.
Zorginstellingen waar in de regel door meer dan tien personen zorg wordt verleend, zijn verplicht een cliëntenraad in te stellen. Bij deze zorgaanbieders is de afstand tussen cliënt en bestuur vaak groot, zodat de belangen van cliënten niet altijd voldoende bij de besluitvorming door het bestuur worden betrokken. Een formeel medezeggenschapsorgaan kan deze taak op zich nemen.
In traditioneel kleine praktijken van bijvoorbeeld huisartsen, tandartsen, fysiotherapeuten en verloskundigen, zijn de lijnen vaak kort en wordt het regelen van de formele medezeggenschap niet noodzakelijk bevonden. Zij zijn dan ook niet verplicht een cliëntenraad in te stellen. Dit ontheft hen overigens niet van de verplichting zorg te dragen voor inspraakmogelijkheden.
Voor ambulante zorgaanbieders geldt een andere instellingsgrens. Als er bij een ambulante zorgaanbieder door meer dan 25 personen zorg wordt aangeboden, bestaat de verplichting een cliëntenraad in te stellen.
Instellingen waarbij zorg wordt verleend door in de regel 10 of minder personen kunnen vrijwillig een cliëntenraad instellen. Als daarvoor is gekozen, dan is de WMCZ integraal van toepassing.
Bij de beoordeling of een instelling verplicht is een cliëntenraad in te stellen, gaat het steeds over het aantal personen en dus niet om het aantal fte’s. Alle werkzame personen moeten volledig worden meegerekend, ongeacht de omvang van hun dienstverband en/of opdracht.
Om goede medezeggenschap in de gehele organisatie mogelijk te maken, kunnen meerdere cliëntenraden ingesteld worden. Per instelling zal moeten worden gekeken of dit wenselijk en/of verplicht is.
Voor grotere instellingen is het instellen van meerdere cliëntenraden verplicht als:
Daarbij geldt wel als voorwaarde dat het instellen van meerdere cliëntenraden wenselijk moet zijn voor de verschillende locaties waar zorg wordt verleend, de verschillende vormen van zorg of de verschillende cliëntengroepen. Dit is bijvoorbeeld het geval als:
Voor instellingen die curatieve zorg verlenen, zoals ziekenhuiszorg en andere kortdurende zorg, kan in de praktijk vaak met één cliëntenraad worden volstaan. Deze instellingen kunnen zelf bekijken wat bij de organisatie past en of het wenselijk toch meerdere cliëntenraden in te stellen. Dit hoeft niet op grond van de WMCZ, maar is wel mogelijk. De WMCZ zorgt op deze wijze voor maatwerk.
Als de instelling meerdere locaties in stand houdt, moet voor elke locatie een cliëntenraad worden ingesteld. Dit hoeft niet, als:
Als er meerdere cliëntenraden binnen een instelling zijn ingesteld, is het verstandig ook een centrale cliëntenraad in te stellen. De centrale cliëntenraad gaat dan over de overkoepelende onderwerpen; de onderwerpen die voor onderdelen van de instelling relevant zijn. Als er een centrale cliëntenraad wordt ingesteld, is het wel belangrijk dat er ook goede afspraken worden gemaakt over de verdeling van de bevoegdheden tussen de centrale en lokale cliëntenraden. Dit zorgt voor duidelijkheid en de juiste onderlinge verwachtingen.
De WMCZ leidt ertoe dat meer zorginstellingen cliëntenraden moeten instellen of er binnen een zorginstelling meerdere cliëntenraden moeten worden ingesteld. Het is belangrijk te bekijken of de huidige medezeggenschapsstructuur in overeenstemming is met de verplichtingen van de WMCZ. Welke vragen zijn daarbij van belang?
Aan de hand van deze vragen kun je de medezeggenschapsstructuur wijzigen van de huidige wettelijke verplichtingen naar de toekomstige. Maar niet alleen dat, je kunt ook de medezeggenschapsstructuur op maat maken. En dat is een van de doelstellingen van de WMCZ!
In ons volgende blog zal de medezeggenschapsregeling centraal zijn. Voor vragen over de WMCZ kunt u natuurlijk ook altijd contact opnemen.
Heeft u vragen over de WMCZ, neemt u dan contact op met Renate Vink-Dijkstra.