We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Onze privacyverklaring:
Hieronder kunt u kiezen voor welke doeleinden u cookies op de website van De Clercq wilt toestaan.
In deze zaak ging het om een werkneemster (verkoopster in winkel) die in december 2013 ziek uitviel na een verkeersongeval. Vanaf november 2015 betaalde werkgever geen loon meer aan werkneemster. Vervolgens heeft werkgever werkneemster opgeroepen voor een bespreking over re-integratie. Werkneemster weigerde dit. Hierop heeft werkgever werkneemster er op gewezen dat zij geen reden had om re-integratie te weigeren en de loonbetaling daarom zou worden stopgezet. Werkgever heeft een arbeidsdeskundige ingeschakeld die werkneemster ongeschikt achtte voor het eigen werk, maar haar wel in staat achtte om 2 uur per dag in de winkel aanwezig te zijn. Daarnaast heeft werkgever werkneemster opgeroepen voor re-integratie tweede spoor. Werkneemster heeft hier wel gehoor aan gegeven. Hierna is een deskundigenoordeel afgegeven. Volgens dit oordeel waren de door werkgever aangeboden werkzaamheden passend.
Werkneemster heeft een procedure aangespannen en betaling van achterstallig loon en doorbetaling van loon gevorderd. De kantonrechter heeft deze vorderingen toegewezen, waarna werkgever in hoger beroep is gegaan. Het hof heeft geoordeeld dat voor een toewijzing van een vordering tot loondoorbetaling tijdens ziekte normaliter een verklaring van een deskundige noodzakelijk is, tenzij dit in redelijkheid niet van de werknemer kan worden gevraagd. Volgens het hof was een deskundigenverklaring niet noodzakelijk, nu de bedoeling van deze bepaling nu juist is om een oplossing van het conflict tussen werkgever en werknemer te creëren, zonder inschakeling van de rechter. Ten aanzien van de loonstop oordeelde het hof dat werkgever niet conform de wet heeft gehandeld, door het loon stop te zetten zonder waarschuwing en zonder eerst nog werknemer op te roepen voordat tot stopzetting van loon zou worden overgegaan. Tot slot hoefde werknemer niet uit te gaan van een re-integratie eerste en tweede spoor, maar ‘slechts’ tweede spoor. Werkgever is dan ook in het ongelijk gesteld.
Tips/belangrijke punten:
Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met ons team Arbeidsrecht, Medezeggenschap & mediation