We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om sociale mediafuncties aan te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Onze privacyverklaring:
Hieronder kunt u kiezen voor welke doeleinden u cookies op de website van De Clercq wilt toestaan.
Op grond van de huidige Wet flexibel werken (Wfw) kunnen werknemers een verzoek indienen bij hun werkgever tot wijziging van de arbeidsduur, werktijd en/of arbeidsplaats. De werkgever mag een verzoek dat ziet op aanpassing van de arbeidsduur en werktijd alleen afwijzen als sprake is van ‘zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen’. Dat is anders in het geval van een verzoek tot wijziging van de arbeidsplaats. De werkgever mag een dergelijk verzoek op iedere grond afwijzen, zonder dat daarvoor sprake moet zijn van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Met het wetsvoorstel werd beoogd dit verschil recht te trekken zodat werknemers feitelijk een grotere stem zouden krijgen in het bepalen van de arbeidsplaats. Dat zou betekenen dat wanneer een werknemer verzoekt om de arbeidsplaats te wijzigen naar ‘thuis’, de werkgever dit alleen zou kunnen weigeren als sprake zou zijn van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.
Het wetsvoorstel is op basis van het advies van de SER naderhand aangepast. Een verzoek van de werknemer tot wijziging van de arbeidsplaats (bijvoorbeeld naar ‘thuis’), zou de werkgever moeten beoordelen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Dat is een minder zware toets dan de eerder voorgestelde ‘zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen’. Daarmee werd het voorgestelde recht op thuiswerken al minder absoluut dan het in eerste instantie werd voorgesteld.
Waar in de Tweede Kamer een grote meerderheid voor de Thuiswerkwet stemde, werd deze in de Eerste Kamer door een kleine meerderheid verworpen. Er werd getwijfeld aan de noodzaak van deze wet, omdat in de praktijk blijkt dat veel werkgevers en werknemers in onderling overleg (gelukkig!) tot goede afspraken weten te komen over de arbeidsplaats. Daarnaast riep de extra regeldruk om te voldoen aan de wensen van werknemers bezwaren op voor werkgevers.
De werknemer heeft geen recht op thuiswerken. Een verzoek om thuis te werken mag u als werkgever weigeren. In onze praktijk zien wij echter dat thuiswerken prima bespreekbaar is tussen werkgevers en werknemers. Mede gelet op de krappe arbeidsmarkt is ons advies om te kijken naar de behoefte van werknemers en daarop in te spelen. Maak duidelijke afspraken over wat er over en weer van elkaar wordt verwacht. Ook voor de thuiswerkplek geldt een zorgplicht voor werkgevers. Daarover leest u meer in het blog Thuiswerken: breng de risico’s in kaart!
Heeft u vragen over thuiswerken? Neem dan contact op met Renée Huijsmans, Sietske Bos of één van onze andere specialisten van het team Arbeid, Medezeggenschap & Mediation!